Passie, plaatjes en paaltjesvoetbal

Partyscene Redactie | 1 januari 2005
blogs

Harry lemon is DJ/Producer en in binnen- en buitenland bekend als Lemon8. Hij draait over de hele wereld en produceert voor vele labels. Hij wast zijn haar met L'Oreal en gebruikt iedere dag Kruidvat scrub-creme. "Na een heftig weekend ben ik flink vies en heb ik het echt nodig." Wat heeft hij nog meer te vertellen...?

Passie, plaatjes en paaltjesvoetbal

Lang geleden,toen ik nog een kleine Harry was, wist ik al dat ik muziek wilde maken. Ik moet toen ongeveer zeven jaar oud geweest zijn. Daarvoor had ik nog even getwijfeld om cowboy te worden totdat mijn moeder me vertelde dat cowboy eigenlijk koeienjongen betekende. Maar zelfs in mijn cowboydagen had ik al een gitaartje. Mijn vader draaide vaak countrymuziek en ik ging er gemakshalve vanuit dat alle cowboys zongen en gitaar speelden. Ik heb nog een foto van kleine Harry tegen de achterkant van een stoel, hoed voor z'n ogen en een kleine gitaar op schoot. Toen ik het cowboy worden had opgegeven (ze hadden ook nog eens de Indianen uitgemoord, hoorde ik later) besloot ik die kinderachtige hoed en holsters weg te gooien en de gitaar te houden.

Al snel bleek dat ik geen talent voor gitaarspelen bezat. Teveel snaren. Net uit de puberteit, besloot ik de basgitaar uit te proberen. Dit moest beter gaan, want zo'n basgitaar had maar vier snaren. Het ging ook beter, maar niet veel. Die snaren waren veel dikker en ik kreeg enorme gleuven in mijn vingertoppen van die krengen. Ik werd er wanhopig van. Op het laatst droeg ik zelfs handschoenen tegen de pijn. Dat is voor iedere aspirerende bassist toch wel een signaal om maar iets anders te proberen. Dat deed ik dus ook.

Inmiddels was ik ook aan de slag gegaan met plaatjes. Toen ik 8 jaar oud was, kreeg ik mijn eerste plaat. Het was er een van Elvis. Ik herinner me nog goed dat ik met mijn vader op de markt liep en dat de 'platenkoopman' na lang zeuren de plaat van een lijn afhaalde, waar 'ie met een knijper aan was bevestigd. Hij kostte fl. 6,95. Mijn vader was een enorme Elvis fan en daarom kreeg ik 'm waarschijnlijk ook. Ik vraag me wel eens af of ik ooit DJ was geworden als ik om de Beatles had gezeurd.


In die tijd zat ik op een Christelijke jeugdclub. Dat ging van de kerk uit en bestond uit een samenkomst van 1 keer per week. Na het bidden en de verplichte bijbelverhalen, werd er gediscussieerd - voor zover dat mogelijk is met 8-jarigen. Na afloop werden er spelletjes gedaan of paaltjesvoetbal gespeeld. Soms deed de dominee mee. Ik weet nog dat de goede man de ruit van zijn eigen kerk aan diggelen schopte en over God begon. En dan niet als in een gebed! Maar goed, nadat iedereen het paaltjesvoetbal beu was had ik voorzichtig voorgesteld om een maandelijkse disco te organiseren. Thuis speelde ik altijd DJ en had zelfs een entreeprijs op de deur van mijn tienerkamer geplakt. Tot mijn stomme verbazing vonden de dominee en de begeleiders dat een leuk plan en een maand later had ik dus mijn eerste gig. Ik moet zo'n 10 of 11 jaar geweest zijn.

Zes jaar, vier versterkers en drie paar luidsprekers later heb ik het Huis van God verlaten om in een jongerencentrum te draaien als 'echte DJ'. In tegenstelling tot de kerk was dit natuurlijk een poel van verderf. Er werd hasj gerookt en geregeld gevochten. Daarnaast werd het ook nog eens beheerd door gemeenteambtenaren die het geluid absoluut niet harder wilden zetten dan zo'n 90 Db. Ik weet nog dat ik daar flinke actie tegen heb gevoerd, hetgeen resulteerde in mijn uitverkiezing tot het bestuur, en dat was nu net mijn bedoeling. Van binnenuit kan je namelijk altijd meer gedaan krijgen dan van buitenaf.

Ondertussen had ik een Casio keyboardje gekocht en later een suikeroom gek gezeurd om een echt Technics keyboard, waar je volgens de folder als een echte professional mee aan de slag kon. Later kwam daar nog een grotenspoelen multitrack-recorder bij en ziedaar; ik kon mijn eigen muziek maken. Dat ging heel omslachtig: je moest spoor voor spoor opnemen, het zogenaamde pingpongen. Je moet je voorstellen dat ik eerst 7 minuten lang een kickdrum 'live' inspeelde, vervolgens de band terugspoelde, om dan 7 minuten lang een snare in te spelen. Deze stappen herhaalde je tot je iets had wat in de verte, door de bandruis heen, voor muziek moest doorgaan.



Molendijk was Nighttown!

Het dj-en had inmiddels een aardige boost gekregen en inmiddels draaide ik als DJ Funkateer op de allereerste MTC feesten van Ted, en organiseerde ik mijn eigen Da Bassment parties om vervolgens in Nighttown terecht te komen. Ronald Molendijk was Nighttown. Zodoende kwam ik bij Basic Beat terecht, die niet lang daarna mijn eerste plaat uitbracht. Daarnaast verkocht ik ook plaatjes in de winkel, wat ik zo'n beetje 10 jaar heb volgehouden.

Dat was dus 1992. House was nog steeds underground, Nighttown had nog lange rijen voor de deur en ik betrad voor de eerste keer een echte opnamestudio waar house werd gemaakt. Daar werd mijn eerste plaatje 'Touch Somebody' opgenomen. Later kon ik muziek maken in de studio van Basic Beat en na een week van vrijwillige eenzame opsluiting kwam ik eruit met een stuk of 12 tracks. Een daarvan was Model8 en voor de gelegenheid veranderde ik mijn naam in Lemon8. De rest is, meen ik, bekend.



Harry: je vergeet deze!!

Het wordt onbedoeld een lang verhaal, maar ik wilde alleen maar aangeven dat de verhouding dj/producer in mijn geval vrij gelijk is opgegaan. Dat geldt ook voor een Ronald bijvoorbeeld, en zo zijn er meer. Ik vind het daarom triest om te zien hoe DJ's gepusht worden om maar vooral plaatjes te gaan produceren omdat het vandaag de dag nu eenmaal hip is. Voor mijzelf geldt het muziek maken als een gegeven dat al van kleins af aan vaststond. Dj-en of plaatjes draaien was voor mij 'the next best thing', omdat ik me op die manier toch nog muzikaal kon uiten zonder een instrument te beheersen. Hoe dan ook, het is op een natuurlijke en geleidelijke manier ontstaan in een tijd dat de meeste leeftijdsgenoten met een flying V (dat is een elektrische gitaar, mocht je niet in de '80's zijn opgegroeid) op een podium wilden staan. Niemand wilde toen DJ worden trouwens. De meeste mensen wisten niet eens wat dat was.

Vandaag de dag wordt - na een blauwe maandag slaapkamer-DJ te zijn geweest - verlangt, dat je ook platen moet produceren teneinde door te kunnen breken. Waar de meesten aan voorbij gaan, is dat het veel doorzettingsvermogen en tijd vergt. Om over talent en geluk maar te zwijgen. Veel DJ's, beginners en gevorderden, vragen mijn advies hierover, waarop ik ze duidelijk maak dat ze eerst goed moeten nadenken voor ze duizenden euro's gaan uitgeven aan koude apparatuur die alleen door passie en talent gaat leven. Het is belangrijk dat het van binnenuit komt. Ik heb al veel gevallen meegemaakt waarbij hoop en dromen werden verbrijzeld.

Ik probeer niemand te ontmoedigen. Het is juist goed dat iedereen de techniek kan bezitten die het muziek maken mogelijk maakt. Dit maakt dat dance zich altijd zal blijven ontwikkelen. House is juist ontstaan uit 'non musicians', namelijk DJ's. Los daarvan is het helaas de enige manier om nog door te kunnen breken. Een goede plaat kan na jaren ploeteren voorkomen. Natuurlijk zijn er uitzonderingen. Kijk maar naar Benny Rodriques. Die is er toch maar op eigen kracht gekomen. Als DJ, zonder platen of noemenswaardige mix Cd's. Het kan dus nog. Nu scheelt het natuurlijk een flinke slok op een spreekwoordelijke borrel dat Benny, marketingtechnisch gezien, een genie is. Oh, dat zou ik bijna vergeten. Marketing is natuurlijk het allerbelangrijkste in deze bizz, maar daar hebben we het een andere keer wel over.

Harry


het marketingtechnische genie

Meld je aan voor de
en ontvang het laatste partynieuws