Wiet roken is universeel recht van mens

In Nederland mag je gewoon een jointje roken en daar kijkt niemand van op. We staan er nauwelijks bij stil dat dat in andere landen (zelfs even over onze landsgrenzen) niet het geval is. Buiten Europa kan het roken van een jointje, zelfs op medische gronden, je al gauw een paar jaar gevangenisstraf opleveren. Laat staan stokslagen en zelfs de doodstraf in streng Islamitische landen.

Britse rasta’s hebben nu het recht om wiet te roken geclaimd, op basis van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Rasta Brown uit Londen: “Omdat marihuana roken en verkopen onderdeel uitmaakt van de rastafari cultuur en religie, en die beschermd dient te worden, heb ik op basis van de Human Rights Act het recht tot het roken en verkopen van marihuana opgeëist.” Ook al wordt wiet niet beschreven in de zestien geboden van het rastafarianisme, het wordt wel gezien als hulpmiddel bij de geloofsbelijdenis. Een lagere rechter van het Britse gerechtshof gaf rasta Brown het advies zich tot het Hooggerechtshof te wenden om de verkoop en gebruik van marihuana op religieuze gronden toe te staan. Brown moest zich eerder voor het gerecht verantwoorden voor overtredingen van de antidrugswetten.