Oliver Heldens: 'Ik heb nog steeds een lange weg te gaan'

Oliver Heldens schitterde in het voorprogramma van Avicii, scoorde een gigantische hit met 'Gecko' en flanste ook nog een remix voor Robin Thicke in elkaar. Sindsdien duikt zijn naam overal op en bestormt hij met raketsnelheid de dancescene. Hij is pas negentien jaar, maar zijn muziek reikt al ver buiten de landsgrenzen.

De vergaarde roem ten spijt, het succes is Oliver zeker niet naar z'n hoofd gestegen. Integendeel, de jonge producer is vriendelijk, nuchter en bij wijlen zelfs een beetje verlegen als wij hem in Amsterdam mogen interviewen. Ergens is dat ook niet heel vreemd, tot voor kort zat Oliver – net als leeftijdsgenoten – nog gewoon op school. 'Mijn ouders vonden het belangrijk dat ik mijn school afmaakte. Toen ik net begon met muziek maken was het nogal stressen voor ze. Ze zagen dat ik het leuk vond, maar ik was er zoveel tijd aan kwijt en verdiende er destijds natuurlijk nog niets mee. Nu zien ze wel dat als ik zo doorga, er goed van kan leven. Uiteindelijk ben ik wel geswitcht van vwo naar havo omdat het niet meer te combineren was. Die eindexamens gingen heel goed, ik krijg de uitslag overmorgen' (Oliver maakte later via Twitter bekend dat hij geslaagd is, red.), vertelt hij. Keken zijn schoolgenootjes ook anders tegen hem aan naarmate hij bekender werd? 'Mijn vrienden blijven er heel nuchter onder. Maar er zijn wel mensen die ik vaag ken die ineens heel erg anders gaan doen. Dat is een beetje apart.'

Life after school

Nu school voorgoed tot het verleden behoort, kan hij ook eindelijk de wereld rond. Hij heeft deze zomer onder andere gigs op Tomorrowland, Creamfields en Electric Zoo Festival. Oliver heeft zin in zijn allereerste internationale tour, alhoewel het wel een megadrukke periode belooft te worden. 'Deze maand valt het nog wel mee, maar juli en augustus zijn helemaal vol. In juli heb ik vijftien shows in tien verschillende landen. Ik ben benieuwd hoe ik dat ga trekken.'

Alsof dat nog niet genoeg is, heeft Oliver ook nog een wekelijkse radioshow, Heldeep Radio! op SLAM!FM. 'Daar gaat best wel veel tijd in zitten en misschien komt het binnenkort ook nog op andere radiostations.'

Verder zit hij natuurlijk ook in de studio niet stil. Er zijn tracks in the making en hij heeft net een vruchtbare samenwerking met Sander van Doorn achter de rug. 'We zijn vorige week begonnen en hebben het in dezelfde week afgemaakt, echt een paar dagen achtereen in de studio gezeten. Het is heel erg vet geworden: zijn oude stijl gecombineerd met mijn nieuwe stijl. Hij was één van de grootste house-artiesten voor mij toen ik 12, 13 jaar was.' Samenwerken met een andere artiest kan af en toe wel een pittige klus zijn, geeft hij toe. 'Je hebt toch allebei een andere visie of stijl. Ik merk ook vaak dat het langer duurt, maar meestal – soms ook niet hoor – zijn de resultaten wel heel erg vernieuwend. Ik zou nog met heel veel mensen samen willen werken, gewoon om te kijken wat eruit komt. Coldplay lijkt me heel erg vet. Of Disclosure en Chocolate Puma. Met die laatste gaat het waarschijnlijk ook gebeuren.'

Oliver geniet van zowel in de studio zitten als achter de draaitafels staan. 'Het zijn echt twee totaal verschillende dingen, die kun je bijna niet met elkaar vergelijken. Ik wilde vroeger altijd architect of designer worden, dus als ik moet kiezen ga ik denk ik toch voor produceren, omdat je dan echt iets creëert.' Om die reden is hij ooit ook begonnen. 'Mijn vader liet me altijd al veel muziek horen, van jazz tot techno. Ik ben toen keyboard gaan spelen. Daarmee leer je wel spelen, maar je bent eigenlijk net een robot. Ik wilde zelf wat maken. Dat heb ik mezelf een aantal jaren later aangeleerd op de computer.'

Hoogtepunt na hoogepunt

De carrière van Oliver laat zich tot nu toe lezen als een jongensboek, met als wapenfeiten zijn hits en remixen die alom lof oogstten en de uitnodiging om de show van Avicii te openen. Toch wijst hij dat niet per se aan als zijn hoogtepunt. 'Natuurlijk was het te gek om bij Avicii ineens voor 23.000 man te staan, terwijl ik hooguit 3000 man gewend was. Maar ik denk dat toen ik in Engeland stond als headliner dat toch wel het leukste was. Het waren misschien maar 300 man, maar ze kwamen speciaal voor mij en gingen écht helemaal los.' Stiekem droomt hij – à la Avicii – zelf ook ooit een stadion uit te verkopen. 'Maar, daarvoor heb ik nog een lange weg te gaan.'