‘Het is de vraag of er wel ruimte is voor dit geluid’

Onder zijn Terrace-pseudoniem bewandelt ‘Acid Junkie’ Stefan Robbers een heel ander spectrum van de techno, dan die we van hem gewend zijn. Eén waarin hij de diepe en melodieuze kanten niet schuwt, zo blijkt uit zijn nieuwe album Face Infinity. Interview met één van de technopioniers van Eindhoven.

Tekst: Aart Gaasbeek

Wat kun je met Terrace wat je met de Acid Junkies niet kan?

Stefan Robbers: “Dat is eigenlijk niet relevant. Terrace ben ik zelf, en onder die naam ben ik ooit begonnen met muziek maken. Alles wat ik zelf maak en bedenk, doe ik dan ook onder die naam. Daarnaast doe ik allerlei muzikale projecten met anderen, daar behoort Acid Junkies ook toe. De muzikale richting wordt dan vanzelf anders, omdat je bij samenwerkingen elkaar en dus ook het eindresultaat beïnvloedt.”

Het album is doordrenkt met dub. Wat trekt je aan in dat genre? En hoe heb je dat vertaald naar het album?

Stefan Robbers: “Iemand heeft me tijdens een liveshow ooit gezegd dat hij alles wat ik maakte ‘dub’ vond. Dat is me altijd bijgebleven. Dubbing is in wezen het live bewerken van de muziek met effecten en mixen. Natuurlijk wordt het vaak in combinatie met reggae gehoord maar het is veel breder dan dat. Ik miste vooral de laatste jaren de invloed van het live mixen van sounds en effecten, en heb dat voor dit album teruggebracht in mijn proces van bedenken en maken van muziek. Dus wat me aantrekt is de kracht van het toeval, door bezig te zijn met het proces om onverwachte nieuwe muzikale vondsten te krijgen.”

Hoe zou 'Face Infinity' klinken zonder live-invloeden van muzikanten?

Stefan Robbers: “Niet alle nummers hebben live-muzikanten, en in dit geval is live ook met een korrel zout te nemen. Het waren vaak lange sessies waarbij ik dan achteraf de leukste stukken heb uitgezocht en in de nummers heb gemonteerd. De nummers met en zonder live-muzikanten wisselen elkaar af maar komen ook weer tot elkaar omdat alles de ‘dub-behandeling’ ondergaan heeft, dus het live toevoegen en aanpassen van mix, effecten en geluiden. Zonder deze jamsessies zouden veel nummers meer mechanisch klinken - zowel qua soort geluid als qua ritme en compositie. Het zou veel meer een ‘computeralbum’ zijn wat misschien dan ook een soort menselijke warmte zou moeten ontberen.”

Op het album staat een ode aan Eindhoven. Wat betekent die stad voor je?

Stefan Robbers: “Dit nummer is vooral een wens van Wladimir M, de vocalist en tekstdichter geweest. Hij is medeoprichter van mijn label, en toen we dit 20 jaar geleden begonnen kwamen we beiden uit Eindhoven. Door de jaren heen is de stad voor mij vooral een oase geweest; een thuisbasis om naar terug te keren en een plek om uit de hectiek van de wereld te kunnen stappen. Ik deel niet zozeer de visie die je in dit nummer hoort, maar vond het vooral een uitdaging om dit met een technomuziekstijl te combineren en het gaf een goed gevoel om dit samen met iemand te doen met wie ik ontzettend veel heb meegemaakt en vele muzikale interesses deel.”

Wat zijn je plannen nu 'Face Infinity' in de winkel ligt? Ga je touren? En wat kunnen we in de toekomst van de Acid Junkies verwachten?

Stefan Robbers: “Ik zou graag gaan touren, maar het is de vraag of er in het huidige muzikale klimaat wel ruimte voor dit soort geluid is; in clubs en festivals. Dat is dus nog even afwachten. Dan nog wordt het een hele uitdaging om de dub-aspecten goed naar voren te brengen. Maar ik kijk er naar uit om die uitdaging aan te gaan. Uiteraard zullen de Acid Junkies ook nog hier en daar te vinden zijn. Het kan en mag allemaal door elkaar lopen, dat is het mooie van de vrijheid die muziek biedt: de mogelijkheden zijn oneindig.”

Terrace