Jaloers op het succes van Bob Sinclar? Ben je gek! Die gasten hebben het van ons geleerd!

Terwijl zijn partner in crime een schoonheidsslaapje deed in het hotel, reageerde Master at Work Louie Vega, enkele uren voor zijn optreden in The Sand, op vijf stellingen die wij hem voorschotelde. Over verzamel-cd's, solo-projecten, clubhits en onbetaalbare remixen: "Als wij een track écht mooi vinden, dan maken wij die remix wel."

Tekst: Marcel Wijnstekers

Foto's: Jos Kottmann

De compilatie-cd dreigt uit te sterven dankzij de stortvloed aan verzamelalbums die de afgelopen jaren over ons heen is gekieperd. Daar zijn de Masters at Work mede verantwoordelijk voor.

Louie: “Het probleem ligt bij de commerciële verzamelaars met alleen maar hits of cd's waarop de zogenaamde muziektrends zijn gevolgd. Als er in een platenzaak vijftig chillout compilaties in de rekken staan, dan ziet de consument door de bomen het bos niet meer. Die ene verzamelaar, afkomstig van een dj of producer die zijn sporen in de dancewereld heeft verdiend, is niet de oorzaak van het uitsterven van de compilatie-cd. Zo'n artiest moet juist af en toe de kans krijgen om te laten zien waar zijn roots liggen. Dat doen wij ook. Behalve klassiek en countrymuziek, kun je ons vragen voor elk muziekgenre - brazilian, disco, jazz, salsa, latin, house. Die variatie houdt het compileren leuk. Begin volgend jaar verschijnt daarom niet alleen Mix The Vibe - veertien jaar King Street Records op een dubbel-cd, maar ook een door mij samengestelde verzameling latin en salsa tracks, geproduceerd door mijn oom Hector Lavoe.”

Hoe succesvoller het dance-duo, des te moeilijker het wordt om met elkaar te blijven samenwerken.

Louie: “Kenny en ik werken al bijna vijftien jaar samen. Maar we hebben ook onze solo-projecten. Dat is belangrijk, want als je te lang op elkaars lip zit, wordt het steeds lastiger om in alle harmonie te blijven presteren en met nieuwe ideeën te komen. Daarom zijn wij, net als momenteel bij Deep Dish het geval is, wel eens een tijdje van elkaar gescheiden geweest. Op het moment dat je vervolgens weer samen de studio induikt, ontstaat er frisse, mooie muziek. Een paar maanden geleden hebben we een nieuwe single opgenomen: 'Loud'. Dat is een plaat waarop we samenwerken met een aantal rockartiesten. Ook een wapen van onze blijvende samenwerking is het produceren van veel verschillende soorten muziek. Zo komt er, tien jaar na de verschijning, een hernieuwde versie uit van het Nuyourican Soul-album. Maar we blijven ook housetracks en -remixen produceren.”

In Nederland is dance populairder dan in Amerika.

Louie: “Wij verkopen de meeste platen in Europa. In Amerika zijn hiphop en R&B helaas veel populairder dan dance. Er zijn wel radiostations die elektronische muziek uitzenden, maar die sound is vaak erg mainstream. Cheesy zelfs. In Engeland hebben onze platen de top-20 van de popcharts bereikt. Dat zal in de VS nooit gebeuren.”

Masters at Work heeft behoefte aan een opvolger van To Be In Love.

Louie: “Dat is voor ons een belangrijke plaat geweest, en het zou leuk zijn om nog eens zo succesvol te zijn. Alleen duiken wij niet de studio in met de gedachte dat we wel even een dijk van een clubhit gaan maken. Zo werken zelfs types als Bob Sinclar niet. Hij heeft na de productie van 'Love Generation' echt niet vermoed dat die track op nummer-1 zou komen in meer dan twintig landen. Daar komt ook veel geluk bij kijken. Jaloers op zijn succes? Ben je gek! Die gasten hebben het van ons geleerd!”

Alleen succesvolle popartiesten met een dikke portemonnee kunnen zich een remix van de Masters at Work veroorloven.

Louie: “Als wij een track écht mooi vinden, dan maken wij die remix wel. Daar komen we wel uit, bijvoorbeeld in de vorm van een wederzijdse deal - wij een remix voor jou, jij een remix voor ons. Het is niet eerlijk om hetzelfde honorarium te vragen aan een aanstormend talent als aan een groot artiest met een major platenmaatschappij achter zich. Zo realistisch zijn we dan ook wel weer.”

Maters at Work