Wanneer game je té veel?

Partyscene Redactie | 18 september 2021
nieuws

Pubers krijgen het steeds vaker te horen: het verwijt dat ze té veel achter dat ding zitten – de spelcomputer, dus. En ja – gamen is anno 2020 een van de meest tijdrovende bezigheden onder jongeren, maar dat betekent niet dat iedereen die graag World of Warcraft of FIFA aanzet zich ook direct een sluimerende gameverslaving in de hand werkt. Toch komen dit soort verslavingen wel in toenemende mate voor. Daarom is het verstandig om jezelf af te vragen: wanneer game ik, of wanneer gamet iemand in mijn omgeving, té veel?

Wanneer wordt gamen een probleem?

Om te beginnen met een geruststellende gedachte: gamen is vooralsnog geen probleem bij het grootste deel van de jongeren. Slechts drie procent van de gamende jongens gamet dusdanig veel dat we kunnen spreken van een verslaving. Deze jongens zijn meestal tussen de twaalf en de achttien jaar oud. De al dan niet beginnende verslaving is te onderscheiden aan de hand van een aantal typerende symptomen. Allereerst zit er bij iemand met gameverslaving geen natuurlijke rem op het spelen van een spel: er wordt bijvoorbeeld vaak tot diep in de nacht door gespeeld. Dit zorgt ervoor dat de persoon in kwestie zich buiten het spelen van de game lusteloos of slaperig voelt. Daarnaast gaat het gamen ten koste van sociale contacten: vriendschappen worden verbroken en op sociale aangelegenheden is de aandacht er totaal niet bij. Wie daarop wordt gewezen, reageert doorgaans als een gebeten hond – overstuur en soms zelfs agressief.

Wanneer is er sprake van té veel gamen?

Specifieke richtlijnen voor té veel gamen zijn er (nog) niet. We kunnen echter wel kijken naar algemene aanduidingen voor beeldschermtijd. Deze gelden niet alleen voor spelcomputers, maar geven wel een idee van wat over het algemeen genomen acceptabel is.

De richtlijnen voor schermtijd zijn sterk gebonden aan leeftijd. Kinderen van twee tot vier jaar zijn het beste af met maximaal een halfuurtje per dag voor een beeldscherm – telkens in fases van vijf of tien minuten per keer. Tussen de vier en de zes jaar kan dit worden verhoogd naar maximaal één uur per dag, met een frequentie van tien tot vijftien minuten per keer. Kinderen tussen de zes en de acht jaar kunnen eveneens een uur voor een beeldscherm plaatsnemen, maar dan dertig minuten per keer. Wanneer kinderen tussen de acht twaalf jaar oud zijn, stijgt dit aantal van anderhalf uur naar twee uur beeldschermtijd per dag. De belangrijkste groep – de voor gameverslavingen vatbare tieners – zouden niet meer dan drie uur per dag achter een beeldscherm moeten zitten. Dit geldt overigens voor iedereen ouder dan twaalf jaar.

Wanneer spreken we van een gameverslaving?

Te veel gamen is vanzelfsprekend allesbehalve wenselijk. Toch is er bij jonge kinderen niet snel sprake van een echte verslaving, hierover spreken we pas wanneer een kind minimaal twaalf jaar is. Gameverslaving is vanaf deze leeftijd te herkennen wanneer het kind minimaal een half jaar lang de gestelde limiet, dus maximaal drie uur per dag, overschrijdt, in combinatie met die hierboven gestelde symptomen.

Wat te doen bij een gameverslaving?

Voorkomen is natuurlijk altijd beter dan genezen en dat is in het geval van een startende gameverslaving niet anders. Stel duidelijke richtlijnen op en voorkom dat iets leuks een obsessie wordt.

Denk jij te maken te hebben met een gameverslaving of ken je iemand in je omgeving? Neem dan contact op met je huisarts of benader professionele instanties in de verslavingszorg; zij hebben genoeg expertise in huis om je in de aanpak van je verslaving te ondersteunen.

Meld je aan voor de
en ontvang het laatste partynieuws