Wie graag over de wereld van uitgaan leest, moet hem kennen: Dan E. Om alvast trek te krijgen in het weekend, heeft hij een lekker voorgerecht. Een opvallend verslag van vorig weekend.
Hutspot & Bootjes
Na een werkweek van zestig uur is er niets fijner dan even je verstand op nul zetten en eens even lekker te niksen in het weekend. Althans, zo had ik mezelf voorgenomen. Wat dat betreft ben ik dan ook wel weer zo zwak dat ik het niet kon laten om eens even middels een sms te peilen hoe de zaken er aan de andere kant van de lijn voorstonden. En zo belandde ik enkele ogenblikken later in Oud Zuid. Lang leve het digitale tijdperk van massacommunicatie en mobiele telefoons, hoezee!
‘Wat te doen?’, was in eerste instantie het motto van deze avond. De koppen werden bij elkaar gestoken en snel kwamen we tot de conclusie dat het nogal heel erg komkommertijd was. Kennelijk stilte voor de ADE storm. Wat nu? Ah, er was een feestje in Paradiso. Alweer Paradiso? Ja, alweer Paradiso. Hutspot van de Errorkrew. Of zo. Ach ja, waarom ook niet? Het was dichtbij en we hadden blikjes bij ons om te werpen dus… togen we derwaarts.
Binnen was het toch wel redelijk druk. Kennelijk kan de Errorkrew rekenen op een redelijk vaste aanhang met dito opkomst. De Errorkrew is bekend van onder andere café Vaaghuyzen (what’s in a name… again) maar zouden ze ook kunnen boeien in een grote club als Paradiso? Het antwoord luidt volmondig: nee. Het was verschrikkelijk. Wat een deceptie en wat een contrast vergeleken met het VOLTT spektakel een week eerder. Lees en huiver…
Bij binnenkomst stond ene dj Raoul Fleischmann te draaien. Raoul wie? Raoul Fleischmann. Tot voor kort kende ik Fleischmann alleen maar van de modelspoortreintjes en dat vond ik als kind altijd helemaal geweldig, dus misschien beloofde dit ook wel wat. Het tegendeel bleek echter waar: hoewel ik deze dj Rauol Fleischmann volkomen onbevangen tegemoet trad, hoorde ik hem bij bijna iedere plaat die hij inmixte fouten maken. Bovendien had hij meer aandacht voor zijn mengpaneel en draaitafels dan voor het publiek. Slechts een enkele, schuchtere, onzekere blik werd de zaal ingeworpen om vervolgens weer een overgang te verprutsen en een plaat hoorbaar bij te moeten sturen omdat hij er naast liep. Erg storend en als je in Paradiso draait gewoon not done. Kijk, allemaal leuk en aardig maar als je niet of nog nooit in een grote zaal hebt gedraaid dan wel geen ervaring hebt met een soundsystem zoals dat van Paradiso then don’t try to do as if. Of begin dan als eerste dj om wat zelfvertrouwen op te doen. Of oefen thuis nog iets meer en zoek platen uit die beter bij het tijdstip van de avond passen, want ook de lijn van zijn set was helaas ver te zoeken. Een onsamenhangende platenkeus en storende mixfouten, die werden verbloemd met fadertricks, die helaas ook allemaal mislukten. Tel daarbij op het gekloot met de gain en de daarbij behorende volumeschommelingen en het drama was compleet. Dit was slecht met een hoofdletter S.
Dan maar een rondje lopen. Hey, wat hoorden we daar? Goede muziek? Jawel, en dat kwam vanaf het tussenbalkon – tv from the balcony, whatever that is. Nu weet ik niet wie deze dj was – Bergman of Dafaka volgens het programmaboekje – maar waarom stond hij niet in de grote zaal in plaats van die Fleischmann? Deze jongeman produceerde dikke beats, maar slechts vijf mensen – ik vermoed zijn vrienden – stonden daar op te dansen. Later op de avond stond ‘die andere dj’ hier de zaal leeg te draaien met iets wat leek op Gogol Bordello versus Samin meets Peter Pan Speedrock. What the fuck? Polkatechno, dat is misschien nog wel de beste omschrijving. Het deed in ieder geval pijn aan de oren, getuige het feit dat er maar één dame stond te dansen – vermoedelijk de vriendin van.
Terug in de grote zaal werd Fleischmann eindelijk afgelost door de live-act Sarah Goldfarb. Fleischmann werd afgekondigd op een manier alsof hij God zelf was en trakteerde het publiek ook nog eens op een laatste mixfout en een verlegen lachje. Eén van mijn metgezellen zweert er nog steeds bij dat er mensen in het publiek ‘boe’ aan het roepen waren. Dit zou zomaar kunnen. Goed, waarom een man zich Sarah noemt, is mij nog steeds niet duidelijk, misschien is dat iets Frans want daar kwam hij tenslotte vandaan. Wel was het verschil in kwaliteit tussen zijn voorganger duidelijk merkbaar. Een verademing, maar wij waren er inmiddels klaar mee. Weg hier!
En zo stonden we weer buiten voor de deur van de mooiste club van Nederland. We kwamen een aantal lotgenoten tegen, die ook door Fleischmann naar buiten waren gejaagd. Misschien richten we wel een clubje op. Een anti-fanclub dan. Het plan werd gevat om richting het NDSM terrein te gaan, want: de Stubnitz lag daar plus er was ook nog een of ander obscuur feestje aan de gang op een onderzeeboot. Op een onderzeeboot? Dat klonk vaag en…dat was het ook.
Eenmaal ter plaatse zagen wij drie boten naast elkaar liggen: een gele onderzeeboot (die dus op het toegangsluik na geheel onder water lag… Duh), een ehh… een sleepboot en een ehh… nog een sleepboot. Althans, het leek op zo’n bootje dat ik wel eens op Discovery Channel had gezien en dat was ook een sleepboot volgens de commentator. Dus. Anyway: dit was leuk zeg!
In de onderzeeboot werd ehhh… tja, beetje van alles en nog wat gedraaid. Beetje ambiënt en chill-achtig ook. De gedachte dat we ons op dat moment onder water bevonden, droeg ook nog bij aan het vreemde gevoel, naast de achtdubbele wodka natuurlijk (for the record: wodka drink je puur, capice?). De middelste boot was de Tug van de Tugclub. Aha, de Tugclub. Een nieuw ‘iets’ in Amsterdam en aangezien ze in Amsterdam van gekkigheid niet meer weten wat ze moeten doen, gaan ze nu maar feesten geven op en onder het water. Nu was het hier ook best geinig maar het meest absurde was toch wel het bruine café op de sleepboot ernaast, inclusief Piet Piraatachtige barman met wallen onder zijn ogen en ketelbinkie die op een mondharmonica met de muziek mee aan het spelen was. Het leek wel een scene uit ‘The Life Aquatic with Steve Zizou’. Bizar!
Een laatste bezoek aan de Tug leerde ons dat niemand minder dan Kostas Hom daar stampende Techno stond te draaien. Dat klonk best lekker. Het publiek was ehh.. gemêleerd, zoals dat zo mooi en vooral netjes heet. Bovendien werd er druk gespeculeerd ‘wie’ er achter dit feest zat. De mensen van Getaway? Of toch niet… Ach, who gives a shit? Het werd tijd voor wat anders en wel voor een andere boot: de Stubnitz voor Mr. Stubnitz.
Lopend over een desolaat en nachtelijk NDSM terrein hoorden we iets in de verte. Was dat… Was dat Gogol Bordello? Ja, het was Gogol Bordello, knallend uit een PA van een stel ehh… krakers die ergens op de werf vertoefden. Inclusief vuurkorven, honden en een gebrek aan enige vorm van persoonlijke hygiëne. Het moest echt niet veel gekker worden. Snel doorgelopen naar de Stubnitz, door de grote zaal richting het achterdek voor een knallende set van Melon. Oh my God, dit was zoals muziek moest zijn! De herinnering van Fleischmann werd even snel weer vergeten als dat ze op werd gedaan: Melon draaide een opzwepende set met de juiste accenten. Funky en extreem dansbaar en dat vond het publiek kennelijk ook. Dat publiek bestond uit hippe Minimalvogels, verdwaalde oude hippes, een enkele sjonnie en zelfs een verdwaald hakkertje die waarschijnlijk voor Oliver Kucera was gekomen. Een hardstylehuppel op Minimaltechno? Kan dat? Ja, dat kan. Kennelijk.
En zo kwam het allemaal toch nog goed. De gedachte dat we eigenlijk veel eerder – of misschien wel de hele avond – naar de Stubnitz hadden gemoeten, werd gerelativeerd door het feit dat het waarschijnlijk niet zo’n leuk feestje was geweest áls we de hele avond op de boot hadden gezeten. Enfin, je weet vast wel hoe dat soort dingen gaan. Het was goed zo.
Moe maar voldaan togen we in het gloren van de ochtend huiswaarts. Een nachtelijk Amsterdams avontuur vol tegenstrijdigheden rijker. Zondag een gat in de dag geslapen, terwijl buiten de zon scheen, zo werd tijdens plaspauzes geconstateerd. Alle plannen voor die dag werden maar weer een weekje uigesteld. Ach, we hadden weer genoeg energie om weer fris en fruitig aan een nieuwe week te beginnen. Nog 60 uur werken en dan… weekend!
(noot van de redactie: en dat weekend begint straks!)