Pascalle: One of those days

Partyscene Redactie | 18 september 2007
blogs

Hier is ze, Pascalle; 23 jaar, stewardess en niet vies van een feestje. Vervolgens houdt de vliegende nachtvlinder een blog bij.

One of those days

PascalleSoms heb je van die dagen dat je gewoon beter in je bed had kunnen blijven liggen. Helaas is er nooit eens iemand die je van te voren even waarschuwt: “Hey ehm, even over morgen… Ik denk dat je maar beter in je bed kan blijven liggen.” En er zijn ook nog steeds geen agenda’s te koop die aangeven dat het morgen weer eens ‘One of those days’ is. Daardoor stapte ik vanochtend totaal nietsvermoedend met m’n verkeerde been uit bed...

Half slaapdronken waggel ik richting badkamer. SPLETSH! Ik sta met mijn voeten in iets koud en nats. Ik ben meteen wakker en zonder naar beneden te hoeven kijken weet ik al wat het is. Ik herken dit gevoel uit duizenden. Heel fijn, kattenkots.
Met een stuk haarbal en kleffe brokjes tussen mijn tenen loop ik mopperend door naar de badkamer. Geweldig, alsof die beesten het wéten dat ik mijn vrije dag het liefst begin met hun kots opruimen. Eigenlijk had op dit moment mijn innerlijke alarmbel moeten gaan rinkelen om me te waarschuwen dat dit zo’n dag is. Dan had ik de slierten tussen mijn tenen vandaan gevist en rechtsomkeert naar mijn bed gemaakt.

Maar helaas, mijn innerlijke alarmbel is blijkbaar defect. En zo begin ik na dit kots-incident toch nog vol goede moed aan mijn vrije dag. Ik heb net gedouchet en begin aan mijn ontbijt. Ik schenk een kop thee in die ik vervolgens net zo hard weer uit mijn (2 linker-)handen laat vallen. Auw! Hm, misschien heb ik toch liever kattenkots op m’n voet, dan hete thee. Nog harder mopperend ruim ik de scherven van de grond en veeg ik voor de 2e en hopelijk laatste keer deze dag mijn voet droog.

Ik ga op shopping-missie vandaag. Eigenlijk heb ik een bloedhekel aan winkelen, maar zo afentoe ontkom je er gewoon niet aan. Ik moet een aantal kadootjes kopen en stiekem wil ik voor mezelf graag nieuwe schoenen. En dus gaat er gewinkeld worden. Er is maar één ding dat ik nóg vervelender vind dan winkelen, en dat is het openbaar vervoer. Maar omdat je van het geld dat je in Amsterdam aan parkeren kwijt bent al een prachtig paar schoenen zou kunnen kopen, ga ik toch maar met de metro.

Ik sta in het zonnetje op het perron te wachten. Gewapend met mijn I-pod en zonnebril lukt het me aardig te doen alsof ik de luidruchtige veertienjarige knulletjes die me staan te 'checken' niet hoor of zie. Pompidompidom…. Hm, dit duurt wel heel erg lang. Ik kijk op mijn horloge en zie dat ik inmiddels al 20 minuten sta te wachten. Er komt een mevrouw op me af die vraagt: “Zeg, rijdt de tram niet vandaag?” Een beetje verbaasd zet ik mijn I-pod af en doe mijn zonnebril omhoog. Zie ik eruit alsof ik bij het GVB werk? Ik besluit om die gedachte voor me te houden en antwoord dat ik geen idee heb, maar toch hoop dat ie zo wel komt. Wishful thinking, want tien minuten later is er nog steeds geen tram. Dan komt er een busje van het GVB aanrijden met daarin een meneer die meldt dat er een seinstoring is, maar dat er zo als vervangend vervoer een bus aankomt. ‘Zo’ is schijnbaar een ruim begrip, want na nog eens 20 minuten is er ook nog geen bus. Mijn geduld begint langzamerhand op te raken en ik besluit met de auto naar een bushalte verderop te rijden. Uiteindelijk kom ik in dezelfde tijd als dat ik normaalgesproken 2x heen en weer had kunnen reizen, aan in Amsterdam.

Ik loop door de Leidsestraat en blijf met mijn hak tussen 2 keien steken. Ik struikel, breek bijna mijn nek, kijk boos naar de desbetreffende steentjes (kijk eens uit waar je ligt joh!), wrik m’n hak los en probeer door te lopen alsof er niets aan de hand is. Op dat moment word ik bruut omver gelopen door een vrouw in een witte legging (gatverdamme, wie verzint dat?). Ik ben zo geshockeerd over het feit dat er witte leggings bestaan, dat ik er niets van zeg dat ze me zo lomp omver liep.

Argh!Ik vervolg mijn shoppingmissie, maar al snel blijkt dat het onbegonnen werk is. De geweldige kadootjes die ik in gedachten had zijn nergens te koop. En de schoenen die ik wil zijn nergens meer in mijn maat te krijgen. Fantastisch, heb ik hier die halve wereldreis voor gemaakt? In de parfumerie zie ik het luchtje staan dat ik vorige week bij een mannelijke collega geroken heb. Zo lekker! Het liefst was ik de hele vlucht aan hem blijven snuffelen, maar waarschijnlijk had ik dan problemen met zijn vriend gekregen. Zonder na te denken pakken mijn grijpgrage handjes de fles en spray ik het luchtje op mijn pols. Oeps. Bij mij ruikt het (goh, verrassend) totaal anders! Ik word er kotsmisselijk van. Zie je wel, God straft onmiddellijk, moet je maar niet aan andere mannen snuffelen.

Bedwelmd door het misselijkmakende luchtje loop ik verder. Ik weiger me uit het veld te laten staan. Ik ga níet met lege handen naar huis! Stampvoetend loop ik de H&M in. Meteen word ik aan m’n mouw getrokken door een mevrouw die wil weten “of er ergens nog meer van deze shirtjes hangen?” Weer frons ik mijn wenkbrauwen. Waarom denkt iedereen altijd maar dat ik overal werk? Ik denk dat ik mijn “Oh-wat-ben-ik-behulpzaam” stewardessen-glimlach zo vaak heb gebruikt, dat ie voor altijd op m’n gezicht geplakt zit. Het maakt niet uit wáár ik kom, mensen pikken altijd mij eruit om iets te vragen. Maar ik weet het niet! Ik weet niet of er nog ergens anders van die shirtjes hangen. Ik weet niet of de tram rijdt. Ik weet niet of rode paprika gezonder is dan gele. Ik weet niet wat voor weer het morgen wordt. Ik weet niet welke bus je moet nemen naar het Anne Frank Huis. Nee, nee, nee! Ik weet het niet!

Na de zoveelste pijnlijke confrontatie met mezelf in het TL-licht van het H&M pashokje wil ik nog maar één ding: Naar huis! (Nou ja, eigenlijk 2 dingen: huilen én naar huis.) Uiteraard rijdt de bus net voor mijn neus weg. Het duurt nog een kwartier voordat de volgende bus komt en jawel, het begint te stortregenen. Dat kan er ook nog wel bij. Het bushokje staat al vol met mensen, dus zit er niets anders op dan me te laten natregenen. Mijn jurkje plakt aan mijn lichaam, mijn haar hangt in slierten langs mijn gezicht en ik gok dat mijn mascara ergens halverwege mijn wang zit.

Aan de overkant zie ik de draak in die witte legging lopen. Ze is net zo doorweekt als ik. Ieuw! Zo te zien heeft ze geen ondergoed aan! Zou de uitvinder van de witte legging dit van te voren hebben bedacht? Mensen kijken en wijzen haar na. Mooi zo, gerechtigheid.

Ik kom ’s avonds alsnog met lege handen, maar mét blaren op m'n voeten thuis en plof neer op de bank. Ik slaak een diepe zucht. Je komt er altijd pas achter dat het zo’n dag is, als die dag al bijna afgelopen is. En dan is er geen weg meer terug. Ik besluit te doen wat ik eigenlijk vanochtend al had moeten doen: Ik kruip met een lach op m'n gezicht terug in bed en kom er voorlopig níet meer uit.


check ook mijn Hyves-site (http://pascalle83.hyves.nl/blog/)

Meld je aan voor de
en ontvang het laatste partynieuws