Boskamp!

redactie | 24 januari 2007
blogs


Boskamp en een ander T-shirtOp een zondagochtend werd er veel te vroeg aangebeld en niet voor het eerst. Ik viel uit bed, trok op de tast mijn bubbelbadjas aan en stuiterde halfblind de twee trappen af. Toen ik open deed, was ik in Amerika. Om preciezer te zijn: ergens in de Bible Belt. Ik keek recht in het gezicht van een veel te wakkere vrouw met blosjes op haar wangen. In de ene hand hield ze het knuistje vast van een kleutermeisje en in de andere hand had ze een stapeltje brochures met daarop in misselijkmakende kopletters: ‘Ontwaakt!’.
Op dat moment bedacht ik me dat de tijd wellicht rijp was voor een nachtje in de grote stad. Dan konden we de zondag tenminste in gepaste verdoving doorbrengen. En dwars door alles heen slapen.

De week daarop gingen we uit. Alsof het de gewoonste zaak van de wereld was. Volgens Mel had ik een iets te funky outfit aangetrokken. ‘Er zitten motten in dat T-shirt,’ zei ze. ‘Als mensen denken dat het niet goed met je gaat, waarschuw ik je dat je op deze manier voeding aan die gedachte geeft. Mij zal het een rotzorg zijn wat ze van je denken, maar ik heb het bange vermoeden dat jij daar een andere mening op nahoudt.’ Soms praat ze in geschreven volzinnen. Waar ze het vandaan haalt, Joost mag het weten.
In 11 was het een drukte van weinig belang, maar dat kwam ook omdat we er al om 11 uur waren. We vonden dat, gezien de naam van deze Amsterdamse locatie, wel gepast. In nauwelijks een uur liep de zaal al aardig vol. Rond enen werd het tijd voor mijn stappenplan. Ik vroeg wat de mensen, die samen met ons van de muziek genoten, wilden drinken. Gert van Veen wenste een flesje bier, Jefferson en zijn eega kozen beiden voor een glas met hetzelfde, vriendin Karin opteerde voor een vodka met Seven Up en Mel zag een whisky wel zitten. ‘Moet ik niet even mee met je?’vroeg ze. ‘Dat kun je nooit alleen dragen allemaal.’
Ik hield een wijsvinger voor mijn mond en gaf haar een knipoog. Dat deed het ‘m. Met een frons op haar voorhoofd zweeg ze en ik vertrok richting bar. Toen ik de bestelling had doorgegeven vroeg de dame of ik een kartonnen dienblad nodig had. ‘Is niet nodig,’zei ik. ‘Als we mazzel hebben, is deze klus te klaren.’ En daar ging ik met vijf glazen en een flesje. Het pad dat ik koos, liep dwars over de dansvloer. Zonder ook maar 1 druppel te hebben gemorst, deelde ik even later de bestellingen uit. Ik nam Mel apart. ‘Geweldig,’zei ik. ‘Zie je dit T-shirt? Geen vlekje, niks. Het lijkt alsof iedereen volledig in zichzelf gekeerd is op de dansvloer, maar schijn bedriegt. Wat een beschaafd feestpubliek. Als we ergens anders waren geweest, had ik nu dit shirt kunnen uitwringen, zat de whisky in mijn neus en de pils in mijn onderbroek.’ Ze keek me verbijsterd aan. ‘Daarom heb je dat vreselijke shirt aangetrokken. Echt, you’re losing it. Waarom bedenk je altijd van alles om maar niet te hoeven genieten?’ Dat was een zinnige vraag. Ik had tot vijf uur om met een gepast antwoord te komen.

Meld je aan voor de
en ontvang het laatste partynieuws