Brenda, 31 jaar, tekstschrijver en semi-profi dj schrijft als columniste voor Love2party. Zij geeft haar ongezouten mening over happenings in de dansscene. Brenda hoeft geen gelijk te hebben: zij daagt jullie uit om ook je mening te geven en over dingen na te denken. En garde!
Tekst: Brenda Haveman
Muurbloempjes en podiumbeesten dansen. Op housemuziek. In een club of op een feest. Het ene voetje voor het andere, of een wervelende dansshow a la Scapino. En dat op een 4-kwartsmaat beat met harde baslijn. Heel sexy of juist heel stoer, of uitermate uit de maat, maar altijd in het bijzijn van andere mensen. Vreemd, als je erbij nadenkt…je helemaal laten gaan met je lichaam, omgeven door een grote groep mensen die allemaal naar je kunnen kijken. Eigenlijk is het met dansen net als met seks: zodra je erbij na gaat denken, dan wordt het raar, mechanisch. En als je er niet bij nadenkt, kom je in een soort natuurlijke trance terecht, in je eigen wereldje.
Ik ben best wel een podiumbeest, een spring in ’t veld, en denk helemaaaaal niet na bij het dansen. Het gaat als vanzelf. Ik ben nooit een muurbloempje geweest. Toch zijn er echt veel mensen die niet durven of kunnen dansen. Ik kijk graag naar mensen die goed kunnen dansen, naar gogo-dansers of ballerina’s, maar nog liever kijk ik naar mensen die totaal niet kunnen dansen. Dat is grappig om te zien. Ik vind het knap en dapper, mensen die heel houterig en uit de maat bewegen, maar desalniettemin toch midden op de dansvloer staan en bewegen alsof hun leven ervan afhangt. lukt het niet om uit de maat te dansen, door mijn muzikaliteit heb ik een aangeboren ritmegevoel wat er niet uitgaat. Ik heb het wel eens geprobeerd met een vriendin samen, om expres de hele avond uit de maat te dansen. Dat was hilarisch, het zag er niet uit en we hadden de grootste lol. Het lukte ons ook niet om het uit-de-maat-dansen de hele nacht vol te houden. We dansten onherroepelijk weer in de maat.
En ik mis de dansers en danseressen op het podium, zoals in de oude vertrouwde wijlen discotheek It en club RoXY. Dat gaf de sfeer toch iets extra’s, iets broeierigs. Zo kan ik mij nog herinneren dat Brian S. danser was in de iT. Hij danste in een hotpants en een strak shirtje bovenop een groot podiumblok, omgeven door rook. De iT-dansers werden ook professioneel getraind om in clubs te dansen. Het waren ervaren balletdansers en ik had er altijd enorme bewondering voor. Het zag er supermooi en strak uit. Een keer mocht ik zelfs met hen meedansen op het podium. Toen was de zanger van de band Timeless nog de frontdanser. Dat waren nog eens tijden.
En Melbourne Shuffle dan: het jumpstylen. Ik vind het ‘jumpstylen’ wel een positieve ontwikkeling in de dancescene. Mensen doen weer hun best om gezamenlijk te bewegen op een vernieuwde muziekstijl, in plaats van elkaar de hersens in te slaan. Het lijkt wel een vriendelijke en vrolijke versie van het gabberen in de jaren ’90. Ik noem het ook wel het ‘O sorry’- dansje, omdat je als goede jumpstyler waarschijnlijk wel eens je buurman een flinke schop onder z’n kont geeft, of in zijn kruis. Het heeft daarom ook iets lomps, het jumpstylen. Maar leuk vind ik het wel.
Zag ik op internet een buitenlandse tegenhanger van het jumpstylen, de Melbourne Shuffle. Dat wordt hét helemaal in 2008. Hoop ik. Het is een soort kruising tussen jazzdance en hiphop, waarbij in een vloeiende beweging over de vloer geshuffeld of ‘geschoven’ wordt. Je kunt ermee op housemuziek dansen. Op Youtube.com staan workshops en masterclasses Melbourne Shuffelen. Het is wat minder gevaarlijk dan jumpstylen en het ziet er duizend keer mooier en stoerder uit. Dat wordt flink oefenen geblazen. Ik hoop dat heel Nederland binnenkort aan deze leuke Melbourne Shuffle gaat!
De Melbourne Shuffle
Meer Brenda daagt uit:
Tales from a dancefloor - part two