Advocaat van de Nacht: Welcome to the club

Lucas Boon | 9 april 2015
headlines


Ontmoet Bjorn Schipper. Een bekend gezicht in het nachtleven, en tevens jurist én columnist! Bjorn geeft je namens Clublife Magazine de komende tijd in ‘Advocaat van de nacht’ tweemaandelijks tips and tricks en do’s and don’ts over alles wat te maken heeft met de dance-industrie. Check zijn vijfde column!

De afgelopen weken werd duidelijk dat artiesten een aantal waardevolle exclusieve ‘muziekrechten’ aan hun kont hebben hangen. Met deze rechten kan geld verdiend worden en kan tegen misbruik worden opgetreden. De meeste dj’s en producers zijn druk. Een aantal zelfs zo druk dat je hun dagen in Nederland haast op één hand kan tellen. Alles zelf beheren kan wel, maar vergt een goede (administratieve) organisatie. En wie gaat waar het geld halen als jouw muziek in het buitenland gedraaid wordt?

Soms verguisd, maar zeker ook bijzonder nuttig: collectieve rechtenorganisaties, ook wel cbo’s genoemd. Denk aan Buma/Stemra en SENA in Nederland, Gema in Duitsland, Sabam in België, Sacem in Frankrijk, PRS in Engeland en ASCAP in de Verenigde Staten. Wat doen de Nederlandse cbo’s eigenlijk voor de makers van muziek?

bumastemra

Als het om auteursrechten op muziekwerken (composities/teksten) gaat, beheert Buma/Stemra voor vele makers het (muziek)auteursrecht. Buma en Stemra worden meestal in één adem genoemd maar zijn eigenlijk twee verschillende organisaties. De vereniging Buma gaat over de openbaarmaking van muziek in bijvoorbeeld winkels, clubs en op dance-festivals en bij het online streamen van muziek. De stichting Stemra gaat over de (mechanische) reproductie van muziek zoals bijvoorbeeld bij het persen van vinyl en cd’s en het online downloaden van muziek. De bij Buma/Stemra aangesloten makers sluiten hiervoor een speciaal exploitatiecontract af waarmee de auteursrechten aan Buma/Stemra worden overgedragen. De gemaakte muziekwerken moeten worden aangemeld bij het speciale systeem van Buma/Stemra. Vanaf dat moment beheert Buma/Stemra de (muziek)auteursrechten op jouw muziek. Welcome to the club.

Buma/Stemra haalt vervolgens voor het gebruik van jouw muziek geld op bij de verschillende soorten gebruikers. Van kappers tot dance-festivals. Aan de hand van speciale verdeelsleutels vastgelegd in repartitiereglementen krijg je dan – na aftrek van een administratiefee – aan het einde van het jaar ‘je auteursrechten’ collectief uitbetaald. Maak je met meerdere mensen muziek, worden de gelden naar rato ieders aandeel verdeeld onder de verschillende makers. Afhankelijk ook van hoe de muziek bij Buma/Stemra is aangemeld. De verdeling van de gelden wordt nog verfijnder als sprake is van een bewerking van bestaande muziek, bijvoorbeeld in het geval van een commerciële edit of remix. Zou Todd Terje’s recente edit van Dolly Parton’s hit ‘Jolene’ met autorisatie van de auteursrechthebbende(n) zijn uitgebracht, wordt in theorie aan zowel het oorspronkelijke muziekwerk als de nieuwe bewerking auteursrechtgeld verdiend.

Heb je ondertussen met een publisher een uitgavecontract gesloten, gaat een deel van het auteursrechtgeld naar deze publisher. Muziekuitgevers zijn namelijk óók aangesloten bij Buma/Stemra en kunnen op basis van dit soort publishing contracten aanspraak maken op een deel van jouw auteursrechten.

Omdat Buma/Stemra met haar buitenlandse zusterorganisaties afspraken heeft gemaakt over onder andere inning en verdeling van auteursrechtgelden in het buitenland, is het feitelijk zo dat Buma/Stemra als het ware het wereldrepertoire vertegenwoordigt. Dat betekent dat Buma/Stemra hier auteursrechtgelden kan incasseren bestemd voor buitenlandse muziekmakers en dat bijvoorbeeld PRS in Engeland auteursrechtgelden kan incasseren bestemd voor Nederlandse makers van muziek. Toch fijn als je in Engeland een grote hit scoort zoals Bingo Players.

Tot slot de stichting SENA. We weten dat naburige rechten in relatie tot muziek de goede buren van auteursrechten zijn. SENA is op wettelijke basis in het leven geroepen om ervoor te zorgen dat een vergoeding wordt geïncasseerd voor het publiekelijk laten horen van commercieel uitgebrachte geluidsdragers, ook wel ‘secundaire openbaarmaking van commerciële fonogrammen’ genoemd. De door SENA te incasseren vergoeding heet wettelijk ‘de billijke vergoeding’. Ook SENA haalt bij de verschillende soorten muziekgebruikers zo’n billijke vergoeding op en verdeelt deze onder de nabuurrechthebbenden: de fonogrammenproducenten en de artiesten. Let op: aanmelding bij SENA van tracks en rechthebbenden is vrij eenvoudig en vindt plaats zonder dat hiervoor een rechtenoverdracht nodig is. Je blijft dus zelf eigenaar van de naburige rechten. Voor producers en artiesten van dance-tracks is het een gemiste kans als niets gedaan wordt met de via SENA te ontvangen billijke vergoeding. Een gratis advies dat jullie in the pocket hebben.

 

Heb je zelf prangende vragen, valt je iets op, mail dan de redactie en wie weet kunnen we jouw vraag hier speciale aandacht geven.

Bjorn Schipper – de ‘Advocaat van de Nacht’ en oprichter en advocaat van Schipper Legal in Amsterdam.

 

Check ook de columns over de sprookjeswereld, muziekrechtencopyrights en artiestenmerken.  

Meld je aan voor de
en ontvang het laatste partynieuws