Het René Passet IFFR Journaal, dag #2

Partyscene Redactie | 28 januari 2005
headlines




Boys Don't Cry. Maar donderdag was het al zover. Bin-Jip, de nieuwste film van de Koreaanse regisseur Kim Ki-Duk hakte er flink in. Er wordt weinig gesproken in de film over een geheimzinnige en vriendelijke inbreker, maar de boodschap is prachtig. Onvoorwaardelijke liefde, het bestaat nog.

"Hoe selecteer je dat soort films, hoe weet je wat goed is en wat niet?", vroeg een vriendin mij afgelopen week. Ja, hoe doe je dat? Ik moest onwillekeurig denken aan die 'fingerspitzengefuhl-reclame' die je weleens op de radio hoort. Maar dat is het niet alleen. Het selecteren werkt eigenlijk hetzelfde als bij muziek: hoe meer je kent en weet, hoe meer verbanden je kunt leggen. En het is natuurlijk een kwestie van smaak. Van Aziatische films moet je houden. Ze zijn vaak traag (in onze ogen dan), filosofisch en bizar.

Ik selecteer meestal op bijvoeglijke naamwoorden als 'uitbundig', 'vernieuwend' en 'ongewoon', kijk naar de naam van de regisseur en uit welk land de film komt. Bij het Japanse Survive Style 5+ las ik in de catalogus: 'Over-the-top is te slap uitgedrukt voor dit speelfilmdebuut. De snelste, vreemdste en meest overdadige film van het festival.'

Kijk, dan weet ik genoeg.

En over-the-top, dat was 'ie. Een twee uur durende explosie van kleur (ooit een volledig roze vliegtuigcabine gezien?) en krankzinnige gebeurtenissen. Een brave huisvader verandert in een kanarie, een zwijgzame kunstenaar vermoordt zijn beeldschone vrouw die keer op keer als wraakengel terugkeert in de meest buitenissige uitdossingen. En drie Wayne's World-achtige inbrekers met identiteitsproblemen duiken de sauna in en worden daar bedreigd door een huurmoordenaar (een geslaagde gastrol van Vinnie Jones). De verbintenissen tussen die verhaaltjes zijn flinterdun. Maar de visuals zijn om te watertanden, zo mooi. Mooiste shot: de herrezen kunstenaarsvrouw die haar rechterarm (!) als een raket afvuurt op de moordlustige man.

Volgende week ben ik Survive Style 5+ alweer vergeten waarschijnlijk. Dat geldt niet voor Bin-Jip. Een film als een sprookje, over onschuld, eenzaamheid en bezitting. Het begin van de film is subtiel verwarrend. Je ziet de tiener Tae-Suk reclameflyers van afhaalrestaurants aan voordeuren hangen. Maar waarom rijdt een folderjongen op een peperdure BMW-motor? Dat wordt even later duidelijk. De folders vertellen hem welke huiseigenaren afwezig zijn.

Tae-Suk breekt in, maar neemt niks weg. In plaats daarvan geeft hij de planten water, doet de was en repareert de klok. Op een dag blijkt een huis niet leeg te zijn. Maar in plaats van dat de bewoonster de politie belt, stapt ze achterop de motor en gaat mee op de zwijgzame tochten langs leegstaande huizen. Natuurlijk gaat het mis. Maar toch blijft het geweld van Ki-Duks vroegere films grotendeels achterwege.

Bin-Jip (Koreaans voor leeg huis) is vooral een filosofisch verhaal over twee jongeren die bij elkaar willen zijn, zonder daar wat voor terug te willen. Een paar van dit soort films en mijn festival is al geslaagd.

Meld je aan voor de
en ontvang het laatste partynieuws