René Passet’s Film Preview: Lost in Translation

Partyscene Redactie | 19 februari 2004
headlines


Ken je dat gevoel? Dat je op een plek bent waar je eigenlijk helemaal niet wil zijn? Het overkomt Bill Murray en Scarlett Johansson in de prachtige tragikomedie Lost In Translation. Met die film bewijst Sofia Coppola (de dochter van de grote Francis Ford Coppola) dat ze net zo goed kan regisseren als acteren. Was haar debuutfilm Virgin Suicides nog een onevenwichtig maar veelbelovend vehikel, deze film overtuigt op alle fronten.
Dat blijkt wel uit het aantal prijzen en nominaties die Lost In Translation tot nu toe binnen sleepte. Begin deze week won de film twee belangrijke filmprijzen in Engeland en eind februari volgen wellicht een aantal Oscars, waaronder die van Beste Film, de Beste Screenplay en Beste Mannelijke Hoofdrol.

Bill Murray verdient die prijs beslist. De manier waarop hij een uitgebluste acteur met vervlogen dromen en een slecht huwelijk speelt, is geniaal en behoort samen met Groundhog Day en Rushmore tot zijn beste rollen.

Maar Coppola haalt ook het beste uit de jonge Johansson (Ghost World, The Man Who Wasn't There, Eight Legged Freaks) tevoorschijn. Dat is waarschijnlijk nog wel de grootste kracht van de 32-jarige Coppola. Dat ze haar acteurs weet te motiveren tot het gaatje te gaan.

Niet dat er in Lost In Translation geneukt wordt. Een vijftigplusser met een 25-jarige, dat zou de Amerikaanse filmkeuring waarschijnlijk niet overleven. Maar daar gaat het in deze even ontroerende als komische film ook helemaal niet over. Wel over vriendschap, eenzaamheid en vervreemding.
Die vervreemding begint al als Bob Harris (Murray) Tokio binnenrijdt in een limousine. Met verbijstering kijkt hij naar de neon-overdosis door het autoraampje, als hij zichzelf plotseling levensgroot terugziet in een whisky-reclame. De belangrijkste reden eigenlijk waarvoor hij naar Tokio is gekomen: reclame betaalt goed (2 miljoen dollar) en het spotje is toch niet op de Amerikaanse tv te zien. Liever zou hij nog in het theater staan.
Maar zijn verblijf in Tokio is ook een vlucht uit zijn ongelukkige huwelijk. Een hilarische scène laat Harris rechtop in bed zien, midden in de nacht gewekt door een ratelende fax. Het is zijn vrouw, die triviale vragen stelt over de inrichting van hun huis.
Charlotte (Johansson) is er niet veel beter aan toe. Eenzaam en verveeld met opgetrokken knieën voor het raam van de dure hotelkamer, terwijl haar man (een knulletje eigenlijk nog, die direct oogcontact met zijn eigen vrouw vermijdt) elders glamourfoto’s van popsterren maakt. Is ze wel met de juiste man getrouwd? vraagt de net afgestudeerde New Yorkse zichzelf.
Een ontmoeting tussen de twee eenzame zielen blijft niet lang uit, een ontmoeting verpakt in cynische humor. Want allebei begrijpen ze maar weinig van de inwoners van de Aziatische metropool. En de taalbarrière helpt ook niet mee. Zo krijgt Harris een ADHD-regisseur over zich heen, wiens woeste volzinnen worden vertaald met een simpelweg ‘look with intensity’. De rest is ‘Lost in Translation’.

Langzamerhand ontstaat er vriendschap tussen de twee. Een prachtige scène toont de twee op hun rug liggend op een groot hotelbed, mijmerend over hun angsten en verlangens. Ze raken elkaar niet aan en toch is er een enorme intimiteit.

Sommige Amerikanen vonden de snelheid waarmee Coppola het verhaal uitrolt te langzaam. Ons Europeanen stoort dat waarschijnlijk veel minder, gewend als we zijn aan trage films. Nu krijgen beide karakters de ruimte om te ontwikkelen, waardoor je beter begrijpt waarom ze zich zo ongemakkelijk voelen in die vreemde, grote stad.

Kritiek was er ook op de manier waarop Japanners worden afgeschilderd in de film. Buitenlandse culturen zouden belachelijk worden gemaakt, bromden enkelen. Onterecht, want de pijnlijke misverstanden tussen Japanners en de twee hoofdrolspelers zeggen eigenlijk meer over de onwetendheid van veel Amerikanen dan andersom.

De prima soundtrack maakt deze prachtfilm af. Coppola begrijpt de kracht van muziek, zo bewees al met Virgin Suicides, waarvoor Air de soundtrack schreef. Het Franse duo deed ook dit keer mee, al blijft hun bijdrage beperkt tot één nummer. Partyscene-lezers herkennen verder Peaches, Squarepusher en Death in Vegas, en concluderen dat de regisseuse verstand heeft van dance.
Maar bovenal is ze een veelbelovend filmmaker met een enorme potentie en hoogstwaarschijnlijk aan het eind van de maand met een paar Oscars op haar schoorsteenmantel.

Meld je aan voor de
en ontvang het laatste partynieuws