Movin' Shadow

Partyscene Redactie | 16 juni 2001
headlines




De Supperclub staat bekend om zijn vooruitstrevende, innoverende karakter en open filosofie. Martin Doderer, portier van de internationaal befaamde lounge is dus niet zomaar ‘de man aan de deur’ maar de eerste kennismaking van de bezoeker met het karakter en de filosofie van de lounge.

Met zijn vijftien jaar aan ervaring heeft Martin Doderer een ruime kijk op het nachtleven gekregen. Al eerder was hij portier bij de Ministry in Amsterdam maar bij de Supperclub heeft hij na 15 jaar eindelijk zijn plek gevonden. “Ik wil hier het liefst tot mijn pensioen werken. Het is heerlijk om ’s nachts te kunnen werken en daarna de hele middag vrij te hebben. Voor een portier is de Supperclub een ideale plek om te werken. Het is een grote familie met een mooie filosofie. Ik ben niet alleen een portier maar bij afwezigheid van de Supperclub gastheren neem ik ook deze functie over. Ook heerst er in de Supperclub een relaxte sfeer, er zijn praktisch nooit problemen.

In de club zijn er dan ook voornamelijk leuke, gezellige mensen te vinden. Dit heeft twee oorzaken, allereerst komt het natuurlijk door de locatie van de Supperclub. Gelegen in een steegje is dit geen plek waar je toevallig bij een avondje stappen langskomt. Mensen komen uit binnen -en buitenland speciaal naar Amsterdam om een avond in de Supperclub mee te maken. Zo is de Supperclub vooral in Engeland zeer populair. Daarnaast pas ik natuurlijk zelf een strenge selectie toe. Voor 12-en komt elke bezoeker erin waarvan ik denk dat deze binnen de sfeer van de club valt. Na 12-en komen er alleen Supperclub members binnen en bezoekers die op de gastenlijst staan.”

Martin voert een streng maar eerlijk deurbeleid. “In principe mag je niemand weigeren maar ik moet natuurlijk wel bekijken of bezoekers binnen de filosofie van de Supperclub vallen. In principe komen mensen in een driedelig pak er niet in. Zo was ooit de directeur van MTV op bezoek en die dacht door het tonen van een pas waar zijn hoge functie opstond wel even langs de rij te kunnen gaan. Ik heb hem erop gewezen dat het zo niet werkt en liet hem weten dat hij volgende keer met zijn hoge functie best kan bellen om op de gastenlijst te komen. Ik verwees hem toen naar de rij. De volgende dag kwam hij met zijn vrouw en had hij keurig ’s middags gebeld om dit keer wel op de gastenlijst te komen. Ik vind het overigens wel zo eerlijk om mensen eerlijk te vertellen waarom ze er niet inkomen. Ik merk dat de bezoekers deze eerlijkheid waarderen, en dat ook geweigerde mensen door deze eerlijke en vriendelijke mentaliteit met een glimlach weggaan”

Sommige bezoekers klagen over het feit dat de Amsterdamse scene in de jaren ’90 toch wel een stuk meer underground was en verlangen terug naar de Roxy. De Supperclub bevredigt deze behoefte door het inhuren van Harrie Wildeman, performer en kunstenaar maar vooral Roxy boegbeeld. “De mensen zouden zich eigenlijk weer extravagant moeten gedragen. Met het inhuren van dit oude Roxy boegbeeld wil de Supperclub de mensen de open filosofie meegeven wat de club ooit zo kenmerkte. Alles kan en niemand keek daar van op. Als mensen deze open mentaliteit aan het eind van de avond meekrijgen is dit alleen maar goed. Ook al lijkt het een geforceerde teruggreep naar tijden die niet meer zullen terugkeren.”

Zelf gaat Martin bijna nooit meer uit en zeker niet in Amsterdam “ Ik ken al die koppen na 15 jaar wel, zo af en toe ga ik naar Hilversum. Ik merk bij een avondje uit dat ik voornamelijk op een professionele manier naar de avond kijk en daardoor minder aan stappen toekom. Maar dit is niet erg, werken in de Supperclub is voor mij eigenlijk al een avondje uit.”

Tekst: Gijs van der Togt

(toegevoegd:13-05-2001/00:00)

Meld je aan voor de
en ontvang het laatste partynieuws