Casper Reinders wil Jimmy Woo neerzetten in New York

Partyscene Redactie | 1 januari 2005
interviews

Al duurt het nog een jaar; er komt een Jimmy Woo in New York!


Casper Reinders is eigenaar van ondermeer Jimmy Woo. De zakenman - dit jaar uitgeroepen tot Meest Markante Horecaondernemer van Amsterdam - is al lange tijd bezig om zijn Jimmy Woo-club gestalte te geven in New York. Daar trok Love2Party een dagje met hem op, om te praten over de voor- en nadelen van het opzetten van een club in New York. Om een goed beeld te geven van Casper's ideeen, schoten wij onze camera vol tijdens de laatste editie van Luv Dancin', uiteraard genomen in de Jimmy Woo.

Weet Casper Reinders (34) wel waar hij aan begint? Een club opzetten in New York City is zo gemakkelijk nog niet. Gaat hij met promotors werken? Kan hij genoeg beroemdheden naar de club lokken? Waarom gaat hij niet naar Miami? Daar is de belasting en de concurrentie lager.

Tekst Liedewij Loorbach
Foto's: Jos Kottman


Moe wordt hij wel eens van die arrogante New Yorkse houding, vertelt Reinders in een taxi, als hij zich met een leugentje heeft losgeworsteld aan een geinterreseerde investeerder in een sjieke sushitent uptown. "Ze zien een jongen in een T-shirt, met tatoeages en denken: daar zitten geen hersenen in."


Maar Casper Reinders, eigenaar van de succesvolle hippe club Jimmy Woo in Amsterdam, weet wat hij wil. Hij wil met zijn concept: sjieke Chinese inrichting, goed geluid en goede cocktails, naar New York. In die stad liep hij als kind al rond, zijn vader werkt er in de IT, zijn broer werkt er nu ook. Meer dan zeventig keer is hij al in de stad geweest. In de buurt Soho kent hij elke straathoek. De vrouw van de Chinese antiekzaak herkende hem nog van jaren geleden, toen hij er vaak met zijn ouders kwam. Hij kon het niet laten en heeft er weer een lamp gekocht, voor zijn huis. Reinders weet ook wat hij doet. Door een professionele groep mensen om zich heen te verzamelen denkt hij geen steken te laten vallen. De advocaat die voor hem werkt 'is de bekendste horeca-advocaat in de stad'. Zijn makelaar is op de hoogte van het wel en wee van alle clubs. In de horecawereld heeft hij contacten opgedaan om te weten wat er speelt en hoe je de zaken aan moet pakken. En zijn vader en broer, bekend met het Amerikaanse zakenleven, gidsen hem langs mogelijke valkuilen.


Al meer dan een jaar is Reinders bezig met een club in New York. Maar hij doet het rustig aan, "beter langzaam goed, dan een beslissing overhaasten", vindt hij. Reinders is er dan ook niet bijzonder rouwig om dat het pand in West Chelsea, waar hij al vanaf begin dit jaar mee bezig was, nu toch niet doorgaat. Het contract was al gesloten, maar hij kreeg de financiering niet rond. De ontwerpen voor het pand lagen al klaar, tienduizenden dollars aan advocatenkosten zitten erin, maar het duurde en duurde maar. "En nu voelde het ook niet meer goed". Reinders gelooft erin dat alles gebeurt met een reden, het momentum was voorbij. Kennelijk moest het niet zo zijn. En eigenlijk was het pand ook te groot. Negenhonderd bezoekers konden erin, te groot voor wat hij wil.

Jimmy Woo New York krijgt hetzelfde concept als Jimmy Woo Amsterdam. Antiek Chinese inrichting, 'maar met meer blingbling'. Een intieme sfeer, zo'n vierhonderd mensen, en kwaliteit voor alles. De muziek moet een 'Europees tintje' krijgen. Reinders heeft al een (Nederlandse) programmeur op het oog, maar wie het is wil hij nog niet zeggen. De investeerders van de club in Amsterdam gaan met hem mee naar New York, zodra hij een geschikt pand heeft kan hij gaan 'bouwen'.


Om nieuwe opties te bespreken zit Reinders met een makelaar op een zonnig terras in het Meat Packing district, een rauwe buurt die in een paar jaar hip is geworden. Clubs en restaurants verdringen de oorspronkelijke vleesverwerkingindustrie. Reinders zou er graag zitten. Op gedempte toon neemt de makelaar, die continu de oproepen van zijn telefoon negeert, de buurt door. Het al of niet in de aanbieding zijn van panden of clubs is groot geheim, of je in een pand geinteresseerd bent, daar moet nog geheimzinniger over worden gedaan. In no time liggen er nog meer kapers op de kust of stijgt de prijs gigantisch. De makelaar raadt Reinders af om in het Meat Packing district neer te strijken. De overnamekosten zijn enorm en kunnen oplopen tot een half miljoen dollar. Bovendien is de kans dat de gemeente meer drankvergunningen uitgeeft voor clubs in nieuwe panden in de buurt klein. "Ga toch naar West Chelsea", zegt de makelaar. "Hij weet wel een leuk pand."

Hoewel Reinders weleens is overvallen door een golf van paniek de afgelopen maanden, gelooft hij nog steeds dat zijn concept ook in New York gaat werken. Want zo boeiend is de clubscene daar niet, vindt hij. Jimmy Woo moet met zijn bijzondere inrichting en kwaliteit in alles, een eigen plek kunnen verwerven in New York. Ook zonder de gebruikelijke promotors, die beroemdheden en mensen met geld naar een club halen.


Over twee weken is Reinders weer terug in New York. De makelaar belooft hem een paar panden in West Chelsea te laten zien. Dan beginnen de onderhandelingen en het verkrijgen van vergunningen opnieuw. Reinders knikt en wrijft over zijn arm. Vorige week liet hij een tatoeage zetten naast de tatoeages voor zijn horecazaken in Amsterdam, Noa, Suzy Wong en Jimmy Woo. De haaientanden, om hem te beschermen tegen de agressieve, snelle stad,
slaan nog rood uit. "Al duurt het nog een jaar; er komt een Jimmy Woo in New York", zegt Reinders. "Dat weet ik negenennegentig procent zeker."

Jimmy Woo

Meld je aan voor de
en ontvang het laatste partynieuws