Daniel Bell Mix - The Button-down mind strikes back!

Partyscene Redactie | 1 januari 2005
music

De diepe luisttrip van Bell

Hij ligt er al een paar weken, en gelukkig ben ik niet te snel tot het recenseren ervan overgegaan. Het tweede mixalbum van Daniel Bell, nadat hij eerder op het Duitse Tresor de Globus Mix aan elkaar smeedde, is namelijk zo minimaal dat hij een paar luisterbeurten nodig had om tot bloei te komen. Al zit er genoeg lekkers in de mix dat direct tot de verbeelding spreekt, Bell houdt het allemaal zo strak en minimaal dat jezelf echt moet overgeven aan zijn diepe luistertrip. Maar dan wordt je ook beloond voor je geduld.

Tekst: Nico

Geboren in Sacramento, Californie, muzikaal gevormd in Detroit en tegenwoordig woonachtig in Berlijn. Producer en dj Daniel Bell vormde begin jaren negentig met Richie Hawtin het duo Cybersonik en was de muzikale partner van zowel Hawtin als John Aquaviva. Zijn muziek verscheen dan ook op het Canadese label Plus 8 Records en onder de naam D.B.X. op zijn eigen label Accelerator, maar ook voor het Engelse Peacefrog en de Duitse labels Tresor en Klang. Tot zover de gortdroge feiten over Bell. Het gaat tenslotte om de mix die hij samenstelde voor het Franse Logistics label, waarmee hij John Thomas en Robert Hood opvolgt in deze mixserie. En net als zijn eigen producties vormt minimale techno het basisingredient van de mix. Maar Bell heeft een erg fijne neus voor tot op het bot gestripte techno, die desondanks druipt van de funk.

De opener is een regelrechte klassieker van het Duitse Kompakt label; 'One Two Three' van Closer Musik. Een vocale track die ergens tussen de minimale techno en de ambient kant van het dit label zit. Een topplaat. De beurt is aan Roman Flugel wiens beats en bassen op Soylent Green's 'On The Balcony' net even iets rauwer zijn. "Floating free" zong Closer Musik al aan het begin, en daar geven we ons graag aan over. Meedeinen op de zacht pompende baslijnen en stemsamples die Stax' 'Str8 Nasty' beheersen. Een Classic Recordings plaat van vorig jaar die er mag zijn. De funky riffs en percussie van Cabanne's 'Dtc02' zijn de aanzet tot wat meer op Chicago house georienteerde minimale shots. Zoals de exclusieve track 'Digital People' van John Tejada, overigens de enige niet eerder verschenen track in de mix.


Cabanne komt nog een keer in de mix, dit keer met het van Bell's eigen label 7th City geplukte 'Can't Stand, gevolgd door The Drug Punks. Een kale acidbas en nog kalere beat vormen de basis van 'Drug', maar daarover speelt het duo met samples van andere platen die het minimale karakter van de mix even een andere wending dreigen te geven. Maar Bell duikt met Wolf n' Flow's 'I'm Feeling Moody' de minimale diepte weer in. De sinistere stemsample is monotoon, maar de even donkere sfeer en dampende beats maken het schijnbaar eindeloze gemijmer meer dan draaglijk. Na Ricardo Villalobos' 'What You Say Is More Than I Can Say' wordt alles nog wat monotoner en minimaler met de bleeps en het zachte geknetter van Akufen 'Whore House'. Bell balanceert dan tussen minimale techno en softe techhouse.

Nutmeg's 'Oscar Shed' bevat een zeurderige melodie die wellustig rondom een beetje 2-step achtige beats kronkelt. Na de vervormde bassen van de Noor Rundfunk, gaat het tempo dan toch nog iets omhoog met de ineens aanstekelijke funky discohouse achtige beats en bassen van Stephane A's 'Distant Planet'. Bell krijgt die smaak te pakken en voor zijn doen gaat het er aan het eind van de mix echt wat uitbundiger aan toe met platen van Cobblestone Jazz, Anthony Shakir en Pepe Bradcock. Niet al te uitbundig, stel je voor. Nee, op The Button-down mind strikes back! geen heftige climaxen, geen op- en afbouw maar een trage, haast monotone luistertrip waarvoor een beetje geduld geen overbodige luxe is. Maar heeft Bell je aandacht, dan is het een dik uur lang gewoon lekker zweven.

Meld je aan voor de
en ontvang het laatste partynieuws