Best off van Duitse technomeester!
Techno anno 2001 is emotieloos, levenloos en saai. Niet meer zo vernieuwend, progressief en futuristisch als begin jaren negentig het geval was. Keer op keer verschijnen er producties op de markt die als het ware al verschenen zijn. Platen en albums met dezelfde kickdrums en hi-hats zoals we die elders hoorden. Helaas, zo constateerden ook technovirtuozen als Adam Beyer, Monika Kruse en Steve Rachmad, sterft technomuziek langzaam af. (Heb deze uitspraken overigens op tape) Toch zien we op evenementen als Awakenings, M@W en Sound Architecture andere dingen. Mensen die zich als vanouds helemaal de schompes dansen op monotone bliepjes en dito bassen. Vooral de donkere kelders zijn in trek en nog steeds vieren simpele lasers en felle stroboscopen in combinatie van stevige basgeluiden hoogtij!
De jonge Duitser Johannes Heil is een van de weinige producers, waaraan je je laatste klampje hoop mag vestigen. Hij heeft niet alleen een 303, 404 en een samplemachine in huis, maar beschikt over enorm veel creativiteit in zijn brein. Alles wat Johannes aangrijpt, waar hij ongekend veel gevoelens aan overhoudt, vertaalt hij in muziek. Pas drieentwintig jaar en toch al drie albums, vele producties en een verzamelaar op zak, er zijn maar weinig producers die dat kunnen. Denk niet dat Heil een levende lopende band in een muziekfabriek is, want dan ben je abuis. De Duitser maakt gewoon veel mee, hetgeen altijd een plekje krijgt in de studio. Met name het album 'Illuminate the Planet' is een pracht van een plaat vanaf.
'Music is the Messiah' laat Johannes op het hoesje van deze 'the best off' weten. We geloven hem meteen, want zodra het eerste nummer geleidelijk de macht van je ziel overneemt, wordt duidelijk dat niet alleen bijbelse figuren dit kunnen realiseren. Mooie diepe baslijnen en prachtige sissende strings smelten samen op het elf-minuten-durende orgasme dat 'Calling' heet. Dromerige melodieen worden ingezet, de percussie is nadrukkelijker dan ooit aanwezig en de beats overdonderen je versterker. De titeltrack, dat zoiets als feesten betekent, ligt in het verlengde van zijn voorganger. Stevige baslijnen en weelderig percussiewerk voeren de boventoon, evenals op de overige elf fragmenten uit de vruchtbare carriere van Johannes Heil. De ene track wat dansbaarder dan de ander, maar allen doordrenkt van pure emotie. Deze sound komt niet uit Detroit. Dit is geen locomotievengeknal uit Zweden, of recht-toe-recht-aan-techno uit Duitsland. Nee, het betreft een verzameld meesterwerkje van een producer die zijn visie op de wereld, op een imponerende wijze uit de boxen laat denderen.