Party: The Flying Dutch
Locatie: Olympisch Stadion, Amsterdam
Datum: zaterdag 30 mei 2015
Line-up: Mike Mago, Yellow Claw, Oliver Heldens, Nicky Romero, Afrojack, Fedde Le Grand, Showtek, Hardwell, W&W, Sunnery James & Ryan Marciano, Armin van Buuren
Naam blogger: Anja de Vries
Uitgebreid aanbod aan dj’s en feesten, evenals hoge verwachtingen van het Nederlandse publiek maken het evenementenorganisaties lastig om een nieuw feestconcept met succes te lanceren. Mits dit feest topartiesten op een toplocatie voor een topprijs aanbiedt. De eerste en meteen volledig uitverkochte editie van The Flying Dutch had het allemaal: voor net geen vijftig euro een line-up van tien Nederlandse top-dj’s op drie toplocaties tegelijkertijd.
Afgelopen zaterdag om twaalf uur ‘s middags ging het gloednieuwe feest officieel van start met de optredens van Mike Mago, Joey Dale en Loud Garden in respectievelijk Amsterdam, Rotterdam en Eindhoven. De openingsact was dan ook het enige verschil in de line-up dat het publiek in alle drie steden zou meemaken. Overige artiesten werden per helikopter van stad naar stad gevlogen, zodat de bezoekers op hun eigen plek mocht blijven zonder maar iets te missen.
De eerste feestgangers van de Amsterdamse editie verzamelden zich al rond twaalf uur bij het Olympisch Stadion. Vriendelijke ticketservice medewerkers en niet al te strenge beveiliging wensten de bezoekers veel plezier en lieten ze door naar het feestterrein, wat op dit tijdstip nog helemaal spik en span was. Vanaf twaalf uur draaide dj Mike Mago een relaxed zomers setje op het hoofdpodium, dat op het stadionveld werd opgebouwd. Het veld was afgedekt met rood tapijt en grijze rubberen matten: meer dan terecht, als je duizenden mensen elf uur lang daarop los wilt laten gaan. Om twaalf uur stonden de eerste bezoekers zich al warm te dansen. Gelukkig viel het weer hartstikke mee: fris en veelal bewolkt, maar zonder regen.
Vroege vogels haalden in alle rust muntjes, eten en drinken en konden zonder rij naar de wc. Daarnaast mochten ze op de dansvloer een plekje met een mooi uitzicht op het podium kiezen. Het beste overzicht was wel vanaf de tribunes, alleen tot een uur of vier werden mensen daar om een onbekend reden van weggestuurd. Tenzij je een vip-kaartje en daarmee een aparte comfortabele plek had, moest je in de eerste helft van de dag genoegen nemen met de zitruimte langs de decoratiewanden van de arena, op het veld zelf of op de bankjes aan de buitenkant van het stadion.
Buiten het stadion stond een hele reeks van eet- en drinkbars. Aan diversiteit was geen gebrek: van patat, snacks en pizza’s tot luxe broodjes, pannenkoeken en smoothies, van frisdrank tot cocktails, met festivalmuntjes was alles was te koop. Je was wel beter af zonder muntjes naar euro’s terug te rekenen. Daarmee werd je je bewust van het feit dat je bijna drie euro voor een biertje of fris betaalde, meer dan vier euro voor een zakje friet en minimaal zes euro voor een broodje. Toch werden de rijen naar de eettenten steeds langer, rond halfacht raakten broodjes uitverkocht en aan plastic tapijt op de grond te zien viel de drank ook aardig in smaak. Ook al moesten de feestgangers telkens één muntje afstaan voor toiletbezoek.
Op het feestterrein buiten het stadion waren gehoorbeschermers te koop en konden de bezoekers in een foto-bus op de foto. In de grote vitrines werden moderne kunstwerken van de Nederlandse kunstenaars tentoongesteld. Op de grote lcd-schermen kon je spieken hoe het feest in andere steden er aan toe ging. Bij de eettenten stond een klein podium met nog onbekende opkomende talenten achter de draaitafels. Niet dat ze veel voeten van de vloer kregen, maar muzikale begeleiding tijdens het eten was zeer aangenaam.
Ook een merchandise-stand mocht niet ontbreken tijdens The Flying Dutch. Voor een paar rubberen armbandjes betaalde je een tientje, voor een schappelijk prijs van vijftien euro had je een pet met een feestlogo. Meer dan drie tientjes voor een t-shirt vond menig feestganger toch te duur. Ook officiële cd’s voor vijftien euro per stuk gingen niet zo vlug over de toonbank. Toch was er veel vraag naar kleding en accessoires, die door de designers special voor The Flying Dutch werden ontworpen en door levende mannequins in glazen vitrines werden getoond. Juist deze spullen waren tijdens het feest niet verkrijgbaar.
Langzamerhand werd het steeds drukker op het terrein van Olympisch stadion. Terwijl menig feest tegenwoordig vooral twintigers aantrekt, waren tijdens de Amsterdamse editie van The Flying Dutch ook dertigers en zelfs hier en daar veertigplussers oververtegenwoordigd. Ook was het feest prima toegankelijk voor gehandicapten. Kortom, iedereen was van harte welkom om van de beste Nederlandse dj’s te genieten.
De dj’s wisselden elkaar af op het hoofdpodium, wat in vorm van Amsterdamse huisjes werd opgebouwd en voorzien van meerdere lcd-schermen voor video-installaties, co-2-, confetti- en vuurwerkkanonnen. Overdag zag deze aankleding er niet echt spectaculair uit. Ook was het podium niet heel groot, waardoor je al vanuit het midden van het veld amper kon zien wat zich in de dj-booth afspeelde. Dat werd gecompenseerd door de close-ups op de grote lcd-schermen, die hier en daar in de arena hingen.
Zo nu en dan vlogen privé jets boven het stadion richting Schiphol: wellicht iets vaker dan op een iedere andere dag. Af en toe verscheen een helikopter in de lucht, waarmee dj’s en hun management van stad naar stad hopten. Voor deze uitverkorenen was dit ongetwijfeld een bijzonder leuke ervaring, alleen hebben de bezoekers van The Flying Dutch die dag weinig zien vliegen. Degenen die daar bewust van waren vonden het best jammer dat met het sleutelwoord ‘flying’ weinig is gedaan in het kader van de feestaankleding.
Over de line-up bestaande uit tien headliners viel niet te twisten. Deze artiesten hadden niet eens een gebruikelijk introductie-verhaaltje nodig. In plaats daarvan werden tussen hun sets korte reclamevideo’s met sponsornamen getoond. Ook gebruikelijk dag-opbouw van rustige deuntjes naar knalbeats was voor The Flying Dutch niet van toepassing. Om één uur s ‘middags ging Amsterdam al helemaal los op de knallende beats van Yellow Claw. Ze sloten hun energieke set af met een live-performance van ‘Till It Hurts’ samen met Ayden en droegen de estafette over aan Oliver Heldens. Hij begon met ‘Bunny Dance’ en mixte één uur lang deep- en tech-house beats met dansklassiekers als ‘Love Is Gone’ en nieuwe hits als ‘Intoxicated’.
Tijdens de melodieuze mix van zijn opvolger Nicky Romero werd het steeds drukker op het stadionveld. Nicky begon met zijn nieuwe track ‘Warriors’, die mede dankzij tekstweergave op de grote lcd-schermen aardig werd meegezongen. Nicky wisselde sierlijke breaks en meezingstukjes af met energieke beats en zorgde dat het publiek zich niet hoefde te vervelen. De dj sloot zijn performance af met de splinternieuwe eigen plaat ‘Lighthouse’. Confetti-glitters gingen de lucht in en bleven nog een tijdje doorzweven in de Amsterdamse wind.
Om vier uur verscheen Afrojack achter de draaitafels. Met ’Ten Feet Tall’ zette hij de toon van zijn eclectische set, waar hij eigen platen zoals ‘Spark’ en ‘Turn Up The Speakers’ afwisselde met de lekkere meezingers als ‘Wrecking Ball’, ‘Free Love’, en ‘Under Control’, uiteraard onderlegd door de stevige afrobeats. Een uurtje later stond Fedde Le Grand al voor een praktisch volle dansvloer. Ook hij switchte kunstig tussen krachtige tracks en de meezingstukken uit bekende nummers als ‘Heroes’, ‘Take Me To Church’ en ‘Runaway’.
Deze trend werd prima doorgezet door de gebroeders Showtek. Met hun openingsplaat ‘We Like To Party’ maakten ze meteen duidelijk waarvoor ze kwamen. Met een knallende mix van house-, techno- en electrobeats, melodieuze stukken en hun eigen grote hits als ‘Cannonball’ en ‘Get Loose’ maakten ze hun belofte waar. Vocalist Sonny Wilson sloot zich aan voor de live-performances van ‘When The Sun Goes Down’ halverwege de set, en ‘Booyah’ ter spetterende afsluiting.
Tegen een uur of zes was het publiek al aardig warm, al dan niet door de hoeveelheid van dans-uren in combinatie met genuttigde consumpties, of door het zonnetje dat ondertussen steeds vaker en langer ging schijnen. Dat sloot prima aan bij de performance van Hardwell, die de toon van zijn voorgangers wist door te zetten met een hoog energetisch gehalte. Voor menig bezoeker kon het feest niet meer stuk.
Laatste drie uur brachten de meeste muzikale diversiteit met zich mee. Om acht uur knalden W&W een up-tempo krachtige en melodieuze big-room-progressive set in. Sunnery James en Ryan Marciano zorgden voor wat zomerse afwisseling door de opzwepende combinatie van sexy al dan niet latin-house beats. In het laatste uur kwam het feest eindelijk helemaal tot zijn recht. Wellicht kwam het door de uitstekende combinatie van zonsondergang, waarbij lichtshow en special effects het beste naar voren kwamen, en de top-performance van Armin van Buuren.
Armin draaide net zo energiek en toch totaal anders dan al zijn voorgangers. Duizenden mensen zongen mee met de live uitvoering van zijn nieuwe plaat ‘Another You’ samen met Mr Probz. Duizenden handen zwaaiden heen en weer op de beats van ‘Ping-Pong’. Duizenden voeten gingen nog één keertje van de vloer op de klassieker ‘Shivers’, vergezeld door mooie vuurwerken. Dit was het allerlaatste nummer van de eerste Amsterdamse editie van The Flying Dutch en een moment om niet te vergeten.
Zelfs de minimale aankleding en langzaam op gang komende feestsfeer konden de algemene indruk van The Flying Dutch niet verpesten. Met de beste dj’s werd het vanzelfsprekend een knalfeest. Een beetje jammer was alleen dat de meeste van deze zelfverzekerde en ontzettend populaire artiesten toch vooral op safe bleven spelen. Ze bouwden hun sets vooral op vertrouwde hits. Zo hoorde je keer op keer nummers als ‘Runaway’ van Galantis en ‘Under Control’ van Alesso en zat de plaat ‘Secrets’ van Tiësto bijna in iedere set, gelukkig keer op keer in een ander jasje. Er kwamen relatief weinig nieuwe tracks voorbij.
Toch vond menig feestbezoeker herhaling in het muziekprogramma niet erg. Dit was duidelijk te zien aan de hoeveelheid mensen die helemaal tot het einde zijn gebleven. Plezier van het publiek staat natuurlijk altijd voorop: zolang de feestgangers het naar hun zin hebben, worden de feestkaartjes verkocht en mag het feest blijven voortbestaan. Op basis van deze voorwaarde is The Flying Dutch volledig goedgekeurd en mag zeker vaker terugkomen. In ieder geval in Amsterdam.