PS Interview: Joris Voorn

Welke periode in de geschiedenis van techno is naar jouw mening het meest interessant? Waarom?
(Steve Raklano, Rotterdam)

Joris: “Van ‘93 tot ‘97. Daarna zijn er ook nog goede dingen gebeurt, maar de basis is in die tijd zeker gelegd. Wat erna gebeurde borduurt vooral voort op reeds bestaand geluid. Vanaf ‘98 is er veel retro techno gemaakt die samples uit oudere platen bevatte. Zeker leuk af en toe, maar minder innovatief. Techno heeft in zekere zin een beperking door de vierkwartsmaat, daarbinnen is op het moment zo’n beetje alles wel gedaan, vandaar dat het tegenwoordig moeilijk is goede platen te vinden.”

Je wordt in een adem genoemd met grote dj’s als Laurent Garnier en Carl Craig. Is de druk om te presteren daardoor extra aanwezig?
(Marcel de Geus, Amersfoort)

Joris: “Als je weet dat een publiek extra aandachtig naar je luistert en je muziek vergelijkt met anderen ben je je wel meer bewust van wat je doet en wat de eventuele reacties kunnen zijn. Voordat mensen je met iemand vergelijken, doe je wat je zelf goed vind, later ga je zelf toch ook vergelijken. Dat kan soms gevaarlijk zijn, je moet voor jezelf nieuwe dingen blijven doen en niet in een succesformule blijven steken.”

Stel, jij mag bepalen wie er op het hoofdpodium van Awakenings staan. Wie treden er naast jou op?
(Geertje Rompfoort, Eindhoven)

Joris: “Richie Hawtin, Derrick May, Daniel Bell, Deetron, Orlando Voorn, Scion, Shinedoe.”

Bepaalde elementen uit je muziek lijken geinspireerd of gesampled te zijn van Jeff Mills. Waarom kies je ervoor om Jeff Mills op zo'n nadrukkelijke wijze in je nummers te laten terug komen?
(Wouter Verhesen, Roermond)

Joris: “Ik heb nooit van Jeff Mills gesampled, ik denk dat je hiermee refereert aan een Michael Jackson sample die ik heb gebruikt in mijn Alexander Kowalski remix.
Ik zal niet snel samplen van nieuwe techno platen, oudere house of techno platen kunnen soms leuk zijn om te citeren en opnieuw te interpreteren. O ja, dat heb ik inderdaad ook met een andere track gedaan, die Jeff Mills zelf ook grijs gesampled heeft met zijn Purpose Maker tracks.”

Zijn er eigenlijk nog wel leuke kleine techno-feestjes in Nederland?
(Gijs van der Togt, Amsterdam)

Joris: “Vast wel! Goed zoeken…”

Hoe komt het denk je dat je plaat ‘Incident’ zo in de smaak valt, ook bij niet-techno liefhebbers? Zelfs het platte Mixmag is laaiend enthousiast.
(Roger Seegers, Beverwijk)

Joris: “Op zich klinkt de plaat eigenlijk wel echt als een techno plaat, maar de combinatie van het rhodes/percussie loopje met de piano riff lijkt veel mensen aan te spreken. Vooral de piano riff is erg aanwezig en herkenbaar, en refereert aan de oude ‘house’ sound. Toch was het voor mijzelf ook een verrassing, ik had niet verwacht dat de plaat zo’n succes zou zijn.”

Als je later terugblikt op je carrière als dj en producer, wat hoop je dan bereikt te hebben?
(Geert de Wulf, Brussel)

Joris: “In ieder geval een paar mooie platen gemaakt te hebben die de tand des tijds doorstaan hebben. Als dj of live-act hoop ik goede herinneringen te hebben aan bepaalde optredens. Het is erg leuk om wat meer van de wereld te zien door overal op te treden. Ik weet eigenlijk niet of je echt iets kan bereiken in de dj scene. Ik vraag me af of het publiek een dj zal missen als ie besluit er opeens mee op te houden.”

Kunnen we binnenkort een eigen clubavond van je verwachten?
(Pieter Hoogland, Amsterdam)

Joris: “Een eigen clubavond is moeilijk. Je moet zoiets spannend kunnen houden.
Daarnaast moet er ook een club zijn, waar je zo’n avond goed neer kan zetten. Ook je agenda moet het toelaten. Ik sluit niets uit, maar momenteel liggen er nog geen plannen.”

Je treedt op over de hele wereld. Ook Jakarta, Maleisië en Singapore. Wat is het grootste verschil tussen de dancescene daar in Azië en hier in Europa?
(Marianne Sietsma, Sneek)

Joris: “Ik vertrek donderdag naar Azie, wellicht kan ik je daarna meer vertellen.
Er is wel een groot verschil in mentaliteit van publiek in Nederland en in de rest van Europa. Nederlanders zijn vrij verwend met een overkill aan grote namen overal en altijd. Ze zijn vaak minder enthousiast.”