Hoe hoort het eigenlijk......in het park?

Partyscene Redactie | 9 september 2008
headlines

park

‘Wie zich niet aan de regels van dit park houdt, kan de toegang worden ontzegt’, staat op menig bordje aan de ingang van een park. Houd je dus voor een geslaagde parksessie aan de volgende regels:

 

Do’s

Do: Een kurkentrekker meenemen, ook als je die zelf niet nodig hebt.

Waarom: Zo kan je anderen te hulp schieten. Naast de aansteker is de kurkentrekker namelijk het meest gezochte en hoogst gewaardeerde object in het park. Met dit ding maak je vrienden.

Tenzij: Je het avontuurlijke type bent en liever zelf op mensen afstapt om een kurkentrekker te lenen.

Do: Gitaar of een ander instrument bespelen

Waarom: Dat zorgt voor gezelligheid en een zomers gevoel in het park. Mensen komen erbij staan, zingen mee, of trommelen op de maat. Muziekinstrumenten zijn net als de kurkentrekker een behulpzaam middel om met anderen in contact te komen.

Tenzij: Je heel slecht bent in muziek maken, of vrienden hebt die ontzettend vals zingen. Dan doe je er niemand een plezier mee.

 

Do: Op een leuk kleedje gaan zitten

Waarom: Een kleedje zegt meer dan duizend woorden. Er bestaan exotische kleedjes, sobere kleedjes, felgekleurde kleedjes, vieze kleedjes, kleedjes met drukke printjes en nog een heleboel andere. Bovendien vertelt een kleedje niet alleen iets over de eigenaar, maar draagt het ook mee aan de ambiance in het park.

Tenzij: Je in het park altijd op een bankje gaat zitten. Dan heb je geen kleedje nodig.

 

Do: De sluitingstijd van het park bekijken en onthouden

Waarom: Er zijn leukere manieren om je parkdag te beëindigen dan klemzitten op een hek met prikkeldraad. Met een beetje pech kneus je ook nog je enkels bij het eraf springen, scheur je je kleren en heb je een bewaker of politieagent aan je broek. Dat is allemaal niet bepaald charmant of romantisch.

Tenzij: Het park dag en nacht geopend is, dan hoef je je nergens druk over te maken.

Dont’s

Don’t: Een gettoblaster meenemen

Waarom: Deze dingen heten niet voor niets gettoblasters en niet parkblasters. Mensen gaan naar het park om te ontspannen en niet om ‘geblast’ te worden. Ze zullen zich aan je irriteren en de kans bestaat dat ze je niet al te vriendelijk verzoeken “te kappen met die herrie!”

Tenzij: Je het ding zo zacht zet dat alleen jij het kan horen. Of zorg voor een koptelefoon.

toilets

Don’t: Plassen in het gras, ook niet als het donker is.

Waarom: Mensen liggen in het gras. Misschien niet op het moment dat jij gaat plassen, maar de volgende dag weer wel. Je kan het ze toch niet aandoen dat ze in jouw urine liggen? Eigenlijk is wildplassen in het park helemaal not done en zoek je ten alle tijden een wc op. En als het echt niet anders kan een bosje.

Tenzij: Het park een groot grasveld is zonder wc’s of bosjes en je moet HEEL nodig. Ga dan aan de uiterste rand, waar toch nooit iemand zit.

Don’t: Met een boomerang of rugbybal gooien

Waarom: Boomerangs zijn levensgevaarlijk, voor je het weet hak je iemands hoofd eraf. En een misplaatste rugbybal kan ook voor blijvend letsel zorgen bij onoplettende parkbezoekers. Frisbees en voetballen zijn eveneens link, maar kunnen nog net.

Tenzij: Je rechtstreeks afstamt van de Aboriginals en supergoed boomerang kan gooien. Of anders alleen als er in geen heinde of verre andere mensen of honden te bekennen zijn.

Don’t: Je geliefde helemaal plat zoenen en betasten

Waarom: In het park zitten is een sociale aangelegenheid en op deze manier kom je niet met anderen –behalve je geliefde- in contact. Sterker nog, andere mensen worden hier onwel van en willen niks van je weten. Een kusje moet kunnen, de rest doe je thuis. Of goed verstopt in de bosjes.

Tenzij: Er verder helemaal niemand in de buurt is, maar pas dan wel op voor boomerangs en rugbyballen.

(Tekst: Laura Goense)

Meld je aan voor de
en ontvang het laatste partynieuws